[Soutendam, Mr. Jan]
SOUTENDAM (Mr. Jan), zoon van Dr. Jan Soutendam en Susanna Macquelijn, geb. te Delft 23 Febr. 1830, gest. te 's Gravenhage 2 Augustus 1891. Hij genoot onderwijs aan het gymnasium te Delft en werd 15 September 1848 als student te Leiden ingeschreven. In 1854 promoveerde hij tot doctor in de beide rechten op proefschrift De Celso jurisconsulto en een jaar daarna tot doctor in de letteren op een dissertatie Observationes criticae. In dat jaar werd hij leeraar aan het gymnasium te Amersfoort. Maar het onderwijs voldeed hem niet en zoo vestigde hij zich als advocaat te Delft. Maar vooral heeft hij zich verdienstelijk gemaakt als archivaris en bibliothecaris der stad. In 1874 werd hij benoemd tot secretaris der gemeente, welk ambt hij tot zijn dood heeft bekleed. Hij heeft een groot aantal inventarissen en catalogi uitgegeven: Inventaris der charters en privileges, berustende op het archief der gemeente Delft, 1246-1599 (Delft 1860); Register der bescheiden, die berust hebben in het ‘secreet vertreck’ van H.H. Burgemeesteren en Regeerders der stad Delft (Delft 1861); Catalogus van het geschiedkundig gedeelte der gemeente-bibliotheek van Delft (Delft 1863); Korte beschrijving der schilderijen ten raadhuize te Delft bewaard (Delft 1865); Catalogus van regtsgeleerde en andere werken op de gemeente-boekerij van Delft (Delft 1866). Over de geschiedenis van Delft in haar verschillende tijdvakken heeft Soutendam zeer veel gepubliceerd, o.a. in de Bijdr. en Med. van het Historisch Genootschap en de Bijdragen voor vad. gesch. en oudh. Afzonderlijk verscheen