[Someren, Dr. Adrianus van]
SOMEREN (Dr. Adrianus van), geb. te Dordrecht 16 Nov. 1624, overl. aldaar 19 Mei 1663, was de zoon van Dr. Cornelis van Someren en Anna Blocken. Hij werd 30 Sept. 1645 student in de medicijnen te Leiden. 27 April 1647 staat in de Acta van den Senaat omtrent hem aangeteekend: ‘Visus est dignus Adrianus de Someren, Dordrechtanus, cui supremus in Medicina tribuatur gradus, quem illi contulit D. Heurnius.’ Hij vestigde zich als doctor ordinaris te Dordrecht. 28 Mei 1652 huwde hij met Clara van Mispelshoeff (overl. 1668); hij liet één zoon Cornelis na.
In de liederboekjes van zijn tijd komen gedichten van zijn hand voor, alsmede vóór de werken van tijdgenooten, bijv. vóór De Rampzalige Leander, vertaald door Mr. Adr. van Nispen, de Reys na Constantinopelen gedaan bij Jr. Joris van der Does, vertaald door denz. In Uitspanning der Vernuften door zijn broeder Johan van Someren vindt men een gedicht van Adriaan op het huwelijk van Johan met Elisabeth Vervoorn.
Uit Aantt.
van Dalen