[Slingere, Victor de]
SLINGERE (Victor de), zoon van Franciscus, priester van het bisdom Yperen, overleed 17 Mei of Juni 1583 te St. Omer. Plaats of jaar van zijne geboorte zijn niet bekend. Hij komt voor als pastoor van de St. Baafskerk te Oostburg, niet Oostbrugge zooals Val. Andreas, bisdom Brugge, 10 Mei 1575. 4 Juni 1575 werd hij door bisschop Remi Drieux tot deken van Sluis aangesteld; hij bleef echter pastoor te Oostburg, waar hij 22 Jan. 1580 nog tegenwoordig was bij het sluiten der kerkerekening, terwijl de calvinisten reeds in de St. Eligiuskerk heerschten. Hij was nauw bevriend met Mathias Lambrecht, den lateren bisschop van Brugge en had waarschijnlijk te Leuven gestudeerd en zoo betrekkingen aangeknoopt met Ruard Tapper en Mich. Baius. Ten huize van dezen te Leuven stelde hij edelmoedig een som gelds en eenige renten ter beschikking van het nieuw gestichte kollege van Ruard Tapper, waarvoor twee beurzen gesticht zouden worden. Met smart zag hij, dat de Zeeuwen van de streek van zijn pastoraat hoe langer hoe meer gevaar liepen het katholiek geloof te verliezen, daarom stelde hij de studenten van het dekenaat Sluis op den voorrang bij het verkrijgen der beurzen, 10 Mei 1575. Bij testament van 1583, bevestigde hij nogmaals de stichting. Oostburg en omstreken had sinds 1578 schrikkelijk te lijden van de staatsche en spaansche troepen. Ten laatste lag het uitgebrand en bijna geheel verlaten, zoodat ook de pastoordeken elders een toevlucht heeft moeten zoeken. Hij overleed te St. Omer in het gasthuis de la Costerie. Het kollege Ruard Tapper verdween spoedig. Baius stichtte het kollege St. Augustinus en stelde den Amsterdammer Jansonius aan tot president. Deze besteedde al zijne krachten om het te doen bloeien met de schenkingen van de
Slingere en van Lievin Leenarts, doctor in de medecijnen te Middelburg, vermeerderd door giften van J. de Wit van Amsterdam. De rampzalige tijden, verwoesting en bezetting maakte een langer bestaan onmogelijk. Ten laatste kwamen deze stichtingen bij die van Mich. en Jac. Baius om het kollege de Bay te vormen. In 1880 bracht de beurs van de Slingere nog 125 frs. op.
Hist. Ep. Ultraj. 480, maakt van Victor de Slingere een kanunniek-regulier van St. Augustinus bij Leiden door een verkeerde lezing van Val. Andreas, Fasti Academici (Lov. 1650) 333.
Zie: Analectes Hist. Ecct. Belg. XIX (1883) 148; XXII (1890) 17-31; de Schrevel, Hist. du Sem. de Bruges II (documents) 160-165; H.Q. Jansen, De kerkhervorming in Vlaanderen (Arnh. 1868) I, 333.
Fruytier