[Slingelandt, Pieter van (1)]
SLINGELANDT (Pieter van) (1), heette eigenlijk van den Tympel, want zijn vader Jan van Slingelandt van den Tympel, schildknaap, schepen en burgemeester van Dordrecht 1397-98, was de zoon van Johan van den Tympel, mede schepen en burgemeester van Dordrecht, en Elisabeth, dochter van Herbaren van Arkel Johans zoon, ridder, heer van Slingelandt en Odilia van Kuyk.
De wapens dezer laatste personen, nl. Johan van den Tympel en Elisabeth van Arkel in wit marmer ingelegd, liggen nog in de Groote kerk te Dordrecht, met het opschrift: ‘Afbeelding van de twee oude wapensteenen die bij de sarking dezes grafs volgens oud gebruyk aan de kerck zijn gebleven’.
Door het kinderloos overlijden van Dirk van Slingelandt Willemsz. kwam de heerlijkheid Slingelandt in 1414 aan zijn neef Pieter bovengenoemd, zoon van Jan van Slingelandt van den Tympel en Catharina van Drongelen Johansdr. Sedert liet hij den naam van den Tympel weg en noemde zich vrijheer van Slingelandt, gelijk zijn nakomelingsschap tot op den huidigen dag.
Hij was gehuwd met Susanna van Poelgeest Gerards dr. en liet één zoon na, Otto, die in 1439 met de heerlijkheid verlijd werd.
Uit Ms. Aanteekeningen.
v. Dalen