Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 5
(1921)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 688]
| |
4 Mei 1863 overleed. Hij schreef een menigte bijdragen in proza en poëzie in almanakken, jaarboekjes enz., vervaardigde tal van prentenboeken en gaf afzonderlijk uit: Overpeinzingen van een eenvoudig burgerman op den 16den verjaardag van zijnen zoon (1850); Rekwest van Amsterdamsche jongens aan den Burgemeester van hun stad (id.); Sint Nicolaas en zijn knecht (id.); Hulde en dank aan het Bestuur der gemeente Amsterdam (id.); Oud en Nieuw. Berijmde voortezingen en losse dichtstukjes (1851); Vertellingen van Moeder de gans (id.); Wat een eenvoudig burger dacht bij de onthulling van het standbeeld van Rembr. van Rhijn. Boertig gedicht (1852); Jeremiade van Rembr. van Rhijn in den avond van 26 Mei 1852 (id.); Brief van St. Nicolaas aan zijn vrienden te Amsterdam. Luimig dichtstukje (id.); Ontwerp van een nieuwe belastingwet op de Crinolines (1858); De vrolijke pretmaker in gezelschap (4de dr. 1864); Arlequin's bont A Bboek (1860); Het nieuwe apenspel zonder weerga (1862); De nieuwe circus. Groot paardenspel voor het kleine publiek (1863); Humoristische voorlezingen in proza en poëzie. Met een voorrede van J. van Lennep en een portr. des schrijvers (1863). Zuidema |
|