[Schenckelius, Lambertus Thomas]
SCHENCKELIUS (Lambertus Thomas), zoon van Dominicus Schenckelius, geb. te 's Hertogenbosch 7 Mrt. 1547, gest. na 1624. Hij kwam in 1564 te Leuven, het volgende jaar te Keulen studeeren. Daarna was hij als leeraar werkzaam te Elten, Tienen en Antwerpen; in 1576 was bij rector der Latijnsche school te Mechelen. Als zoodanig heeft hij twee gelegenheidsgedichten gemaakt: Gratulatio in adventu Joannis Austraci in urbem Meehlinensem (Leuven 1577, 8o.) en Gratulatio in adventu Alexandri Parmae principis aliorumque regi Catholicae militantium (Leuven 1578, 8o.). In dat laatste gedicht stond hij op nederlandsch-katholiek standpunt, dat hij ook verdedigt in zijn Apologia antithetica pro rege Catholica (Antwerpen 1589, 8o.). Als paedagoog gaf hij uit Grammaticae Latinae praeceptiones libris tribus (Antwerpen 1592, 4o.). Het bekendst is Schenckelius gebleven door zijn theorie en practijk der mnemotechniek. De theorie heeft hij uiteengezet in zijn De memoria libri duo (Douai 1593, 2 dln. 8o.; nog in 1678 te Frankfort herdrukt). Het verscheen in fransche vertaling als Traité de la mémoire (Atrecht 1593; herdr. als Magasin des sciences, Parijs 1625, 12o.). Andere werken over dat onderwerp zijn zijn Methodus sive declaratio quomodo lingua Latina sex mensibus spatio doceri possit (Straatsburg 1619, 12o.) en zijn Gazophylacium artis memoriae (Rostock en Venetië 1619, 12o.; herdr. Frankfort en Leipzig 1678). Zijn laatste paedagogisch werk was zijn Tabula prosodiae Latinae (Keulen 1618, 12o.). Practisch leerde hij de kunst van het geheugen zoowel in de Nederlanden als daarbuiten. Hij heeft dan ook veel gereisd: in 1593 was hij te Douai, in 1595 te Luik, in 1602
te Marburg, in 1606 te Parijs, in 1609 en 1610 in Frankrijk, in 1616 te Praag, in 1620 te Freiburg. Zijn gedichten gaf hij uit in den bundel Elegiacarum et epigrammatum liber (Toulouse 1609); daarna gaf hij nog een Lamentatio in obitum Henrici IV (Castres 1610). Op historisch gebied gaf hij uit een Descriptio brevis praelii in Frisia initi anno MDCLXVIII die XIII Maji quo cecidit Joannes Ligny comes Arenbergius Frisiae gubernator (Brussel 1590), die nog weinig is opgemerkt.
Zie: de Wind, Bibl. der Ned. geschiedschr. 232 vlg.
Brugmans