mondt 28 April 1885, Salomon 24 Maart 1896, de Heer van Nyenrode 24 April 1873; Völcker 17 April 1888, van Gogh 3 April 1889, Bierens 15 Nov. 1881, Ledeboer 25 Juni 1891, F. van Lennep en G. de Vos 25 April 1893, Wassenaar 18 Maart 1890, Messchaert v. Volck 5 April 1892.
Teekeningen bevinden zich in 's Rijks Prentenkabinet te Amsterdam (een 33 stuks) o.a. gezicht tusschen Calais en Boulogne, strand- en figuurstudies; in Mus. Fodor aldaar (c. 27 stuks), te Haarlem in Mus. Teyler een 7 tal en een album met 84 teekeningen (ontwerpen voor zijn schilderijen), ook is er in Bremmer's Moderne kunstwerken deel VII een teekening voorstellende een watermolen afgebeeld.
Sch. etste een 3 tal landschapjes en lithografeerde o.a. een gezicht op Dordt, boschlandschappen, het huis v.d. heer Rutgers te Beek, een hondenkop. Verscheidene van deze werken werden door C.W. Mieling uitgegeven. Naar zijn ontwerpen maakten prenten o.a.E.W.J. Bagelaar, A.C. Nunninck, C.W. Mieling, C. Bentinck, P. Lauters, J.B. Tetar van Elven, Fourmois, J.P. Lange, J.C. Bendorp, J.v.d. Maaten, A. Girardot, A.K. de Koningh, J.P. Lange, W. de Koning, M.A.v. Straaten, F.H. Weissenbruck, D.J. Sluyter, J.D. Steuerwald A. Boens (F.M. 6220), C.L.v. Kesteren (F.M.S. 21 A. (98).
Zie: C. Immerzeel, De Levens en werken der hollandsche en vlaamsche kunstschilders etc., Amst. 1843 III, 64; G.K. Nagler, Neues allgem. Künstler-lexikon, München 1835-52, XV 173; C. Kramm, De levens en werken der hollandsche en vlaamsche kunstschilders enz., Amsterdam, 1857-64, V, 1470; W. Burger, Musées de la Hollande, Paris 1858-60, Amsterdam II, 307, 357; Ch. Blanc, Manuel de l'amateur d'estampes, Paris 1854-90, III, 440; G.H. Marius, De holl. schilderkunst in de XIXde eeuw 146; J. Veth, Holl. teekenaars van deze tijden, Amst. 1903; Cal. Rijks-Museum; Cat. Mus. Fodor 1863; Cat. Sted. Mus. te 's Gravenhage; Cat. Mus. Dordrecht; F. Muller, De Nederl. geschiedenis in platen, 1863 Amsterdam, no. 6220, en S. 21 A (98); Cat. raisonné des dessins des écoles française et hollandaise, Musée Teyler à Haartem par H. Scholten, Haarlem 1904, 518; H.P. Bremmer, Mod. kunstwerken VII, no. 35; veilingscat. 26 Juli 1870.
J.M. Blok