[Scabaelje, of Schabaellie Dierick]
SCABAELJE of Schabaellie (Dierick), Amsterdammer, 1 Juli 1612 door den doop opgenomen in de Vereen. Waterl. Doopsgezinde gemeente te Amsterdam, molenaar van beroep en zoon van Philip S. In 1617 werd door Coster's Academie een door hem geschreven Spel des Gheschils tot Athenen (Amst. 1617), de dramatiseering van een bijbelstof uit de Handelingen der Apostelen, gespeeld. Verder is er van hem een Spel des Oproers lot Ephesen (1641) en een tractaat Corte ende clare aenwijsinghe van den sin meeninghe enz. des h. Apost. Pauli in het neghende cap. zijnes briefs tot den Romeynen (Amst. 1616), met een sonnet vooral van Reinier Telle. Als een zeer onbeteekenend dichter doet hij zich kennen in zijn medewerking met zijn broer Jan aan het Walchers Liedeboeck (Vlissinghe 1611), een verzameling schriftuurtijke liederen. De Naamlijst der Doopsgezinde schrijveren en schriften (Amst. 1745) stelt nog op zijn naam: Aardige Comedie van Eygenbaat en Spel van des Heeren Wyngaard (Amst. 1614). Hij onderteekende met zijn spreuk: ‘Weest op u hoede’.
Zie: H.C. Rogge, Geschriften betreffende de Nederl. Herv. Kerk (Amst. 1864) p. 56; Navorscher IX (1859) p. 19; J.A. Worp, Geschied. v.h. Drama en v.h. Tooneel in Ned. I (1908) 261.
Ruys