[Santvoort, Johannes Schouw]
SANTVOORT (Johannes Schouw), verdienstelijk zeeofficier en ontdekkingsreiziger, geb. 10 Juli 1846 te Bennekom, waar zijn vader destijds predikant was, en overl. 23 Nov. 1877 te Djambi aan Sumatra's Oostkust. Opgeleid voor de marine, werd hij in 1860 adelborst 3de kl., drie jaar later adelborst 1ste kl. en in 1867 luitenant ter zee 2de kl. Na een kruistocht in de Middellandsche zee gemaakt te hebben, diende hij van 1865 tot '68 en van 1871 tot 75 aan boord van verschillende oorlogsbodems in Ned. Oost-Indië; o.a. werkte hij als rivieropnemer geruimen tijd op Borneo.
Nadat in 1873 het Ned. Aardrijksk. Genootschap was opgericht (door P.J. Veth; C.M. Kan, N.W. Posthumus e.a.), besloot deze vereeniging in 1876 tot het uitrusten van een wetenschappelijke expeditie naar de binnenlanden van Sumatra, aan het hoofd van welke expeditie gesteld werden de luitenant ter zee 1ste kl. Joh. Santvoort (met het rivieronderzoek belast), de controleur 2de kl. A.L. van Hasselt (voor 't ethnografisch onderzoek), de ingenieur D.D. Veth (die als geograaf en photograaf werkzaam zou zijn) en Joh. F. Snelleman (aan wien zoölogisch onderzoek werd opgedragen). Twee jaar lang, van 1877-79, heeft deze expeditie de binnenlanden van Sumatra onderzocht en ten slotte de resultaten van haar onderzoek neergelegd in het belangrijke werk Midden-Sumatra, Reizen en onderzoekingen enz. 4 dln. (1879 e.v.).
13 Januari 1877 met de ‘Conrad’ uit Nederland vertrokken, stapten de reizigers zes weken later te Padang aan wal. Vergezeld door een inlandsch hoofd, met klein gevolg, ondernam nu Schouw Santvoort, begin Maart, den tocht door de toen nog geheel onbekende binnenlanden van Sumatra en kwam 28 April 1877 te Palembang aan. Den volgenden dag begaf hij zich per mailboot naar Batavia, vanwaar hij in Juni te Djambi terugkeerde, om van hier uit aan boord van een stoombarkas zijn eigenlijk onderzoek, het stroomgebied van de Batang Hari of Djambirivier, te beginnen. Hij mocht dit echter niet ten einde brengen, daar hij in den nacht van 22 op 23 Nov. te Djambi plotseling overleed in den ouderdom van 31 jaren. Een eenvoudig monument met 't opschrift: ‘Hier rust de luit. ter zee 2de kl. Joh. Schouw Santvoort’ wijst de plaats aan, waar de veel belovende ontdekkings-reiziger begraven werd. Als chef van genoemd rivieronderzoek werd hij opgevolgd door den luit. t.z. 1ste kl. C.K. Cornelissen. Zijn geschrift Plan van een onderzoekingstocht in Midden-Sumatra vindt men opgenomen in de Bijbladen van het Tijdschr. Ned. Aardr. Genootsch. 1877.
Zie: P.J. Veth in Eigen Haard 1877, 405 (met portr.) en van der Lith, Encyclop. Ned. Indië III, 565.
Zuidema