ven 25 Sept. 1650. Ten derde op 8 Januari 1652 met Annetie van Gelder, toen oud 38 jaren, weduwe met een zoon, geb. 13 Dec. 1647, die als kapitein in den slag bij Kijkduin gesneuveld is op 21 Aug. 1673.
Uit het eerste huwelijk stamt een kind, Aaltje, geb. 14 Dec. 1631 en gestorven 18 Jan 1632. Uit het tweede huwelijk zijn 5 kinderen, als: 1e Adriaan, geb. 27 Sept. 1637, gestorven 16 April 1655; 2e Cornelia, geb. 20 Sept. 1639, gehuwd met Jan de Witte op 4 Maart 1659, die in 1683 als kapitein ter zee is gestorven; 3e een kind, dat 16 Aug. 1641 werd geboren, doch 3 dagen later is overleden; 4e Aaltje (Alyda), geb. 16 Nov. 1642, overl. 4 Nov. 1679; deze is tweemaal gehuwd geweest, als: 12 Juli 1663 met Johan Schorer, een weduwnaar met een zoon Abraham, die 13 Jan. 1679 sterft, nadat de vader 26 Mei 1664 was overleden, en ten tweede op 28 Juli 1667 met den predikant Thomas Rote; 5e Engel (die voorafgaat). Uit het 3e huwelijk stammen 2 kinderen, als: 1e Margreet, geb. 1 Dec. 1652, die huwde met den predikant Bernardus Somers, overl. 8 Juni 1684; 2e. Anna, geb. 13 Sept. 1655, overl. 24 Aug. 1666.
Uit het huwelijk van Cornelia de Ruyter met Jan de Witte, oudsten zoon van den rentmeester Cornelis de Witte, zijn drie kinderen geboren: 1e. op 23 Nov. 1659 een doodgeboren dochter; 2e Cornelis, geb. 2 Oct. 1660, en 3e Michiel, geb. 6 Oct. 1662 overl. 16 Nov. 1683.
Uit het huwelijk van Alyda de Ruyter met Johan Schorer stamt een dochter, Cornelia, overleden in Dec. 1686, en uit haar huwelijk met Thomas Rote zijn 7 kinderen, van wie bij haar dood op 4 Nov. 1679 nog in leven waren, Anna, Thomas, Alyda en Clara.
Uit het huwelijk van Margreet de Ruyter met den predikant Bernardus Somers stammen 7 kinderen, als: Cornelis, Anna, Greta, Lysbeth, Johanna Cornelia, Michiel en Bernardus, welke laatste op 16 Febr. 1685 na den dood van zijn vader is geboren en 13 Maart 1685 gestorven.
Michiel Adriaanszoon de Ruyter ging reeds op 11-jarigen leeftijd naar zee, eerst als jongen, daarna als matroos, totdat hij, door alle scheepsbedieningen opklimmende, stuurman en daarna schipper werd. Zijn werkzaamheden ter zee werden in de eerste jaren afgewisseld door dienst te land, want nauwelijks 15 jaren oud, is hij busschieter in het leger der Heeren Staten, eerst in het land van Kleef, daarna bij het beleg van Bergen op Zoom; kort daarna ging hij weder naar zee als matroos, werd gekwetst en geraakte in spaansche gevangenschap, waaruit hij wist te ontvluchten en te voet door Frankrijk heen naar het vaderland terugkeerde. Vervolgens voer hij ettelijke jaren ter koopvaardij in dienst van de gebroeders Cornelis en Adriaan Lampsens, vaart als stuurman op Groenland, Mauritius en Zuid-Amerika, werd in 1637 commandeur van een zeeuwschen kaper en ageerde tegen de Duinkerkers, maar voer in 1640 weder als kapitein ter koopvaardij naar Brazilië. In 1641 was hij schout-bij-nacht op de vloot onder Arnold Gijsels op den tocht naar Portugal, maar is van 1643 tot 1651 weder varende ter koopvaardij. Hij trad 29 Juli 1652 in krijgsdienst als commandeur der vloot verzameld in de Wielingen, en levert in Augustus slag tegen de Engelschen onder Ascue; hij vereenigt zich met de vloot onder Witte Cornelisz de With en voerde het bevel over de voor-