Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 5

[Rouveroy, Johannes van]

ROUVEROY (Johannes van), ook gespeld Roeveroy, uit een te Leiden veelvuldig voorkomend geslacht, geb. 1670, ingeschr. als student aldaar 21 Mrt. 1685, praep. geëx. 1694. 2 Oct. 1695 maakte de kerkeraad van Alphen een vijftal op, waarop ook hij voorkwam, welke voordracht door de ambachtsvrouw werd geweigerd. 1796 is hij predikant te Langeraar, 30 Juni 1700 te Leiden. Daar huwde hij 12 Nov. 1701 met Barbara van Noort, j.d. in de Pieterskerkkoorsteeg. De bruidegom, vroeger gehuwd met Catharina Haak, werd geassisteerd van Antony Schoubart, zijn zwager, de bruid van vrouwe Cornelia Onseel, haar behuwdzuster. In plaats van P. Hollebeek, overleden, benoemden de Staten, op voordracht van curatoren, hem 20 Maart 1709 tot subregent van het Statencollege op ƒ 600, terwijl den dag daarvóór de sub-regent R. Aemilius regent was geworden. Bij zijne installatie op 28 Maart hield curator Rooseboom de oratie. Rouveroy ver-

[p. 616]

huisde toen van de Steenschuur naar het College en 24 Febr. werd uit zijn huis in de Pieterskerk begraven ‘Maria van Roeveroy int Duitse collegie’, die dus wel zijne dochter zal geweest zijn. Kort daarop moet ook hij overleden zijn: 9 Mei 1720 benoemen de Staten tot zijn opvolger David Knibbe. 9 Nov. 1722 stellen curatoren tot ‘oeconoma’ van het College aan Agatha van Rouveroy, weduwe van Jac. van der Poot, die ik in de Leidsche registers niet vond, maar die een dochter of een nicht van hem kan geweest zijn. Zijn neef Abraham Abr.zoon assisteerde hij bij diens huwelijk met Aletta van Rouveroy op 27 Mei 1717.

Zie: Album Stud. L.B. 674; Acta Z. Holl. Syn. uitg. Knuttel, VI, 318, 422 vlg., 447, 601; Molhuysen, Bronnen IV, 243, 321, 333; Trouwboek C C fol. 238 en G G fol. 194, Leidsch archief; Grafboek op 24 Febr. 1720.

L. Knappert