[Roukens, Willem]
ROUKENS (Willem) was in 1702 burgemeester van Nijmegen. Toen na den dood van Willem III in de provincie Gelderland volksbewegingen ontstonden tegen de regenten, die door den laatsten stadhouder krachtens het Regeeringsreglement van 1674, doch in strijd met de oude privilegiën, aangesteld waren, behoorde Roukens tot degenen, die afgezet werden. Hij berustte echter niet in zijn lot, doch heeft voortdurend als een der woordvoerders der zoog. ‘Oude Plooi’ tegen het optreden der nieuwe regenten, de ‘Nieuwe Plooi’, geprotesteerd, eerst bij den gelderschen landdag, later zelfs bij de Staten-Generaal, doch zonder succes.
In Juli 1702 trachtte het Hof van Gelderland Roukens en zijn lotgenooten in hun oude waardigheden te herstellen, doch de burgerij, versterkt door de Maasschippers, die op de ‘Oude Plooi’ zeer gebeten waren, verdreef hen bij den keurdag van 3 Jan. 1703 voor goed van het kussen.
Nadat hij zijn tegenstanders geruimen tijd in woord en geschrift bestookt had, waagde Roukens den 7en Aug. 1705 een staatsgreep. Aan het hoofd van een 60-tal samenzweerders overrompelde hij het stadhuis van Nijmegen. De burgerij kwam echter in het geweer, bevrijdde de zittende regenten, die Roukens in hechtenis genomen had, en greep eenige der rustverstoorders. De heeren van de ‘Nieuwe Plooi’ lieten niet met zich spotten, en deden nog denzelfden dag een aantal samenzweerders uit het raam van het stadhuis ophangen. Den volgenden dag, 8 Aug., bevalen zij den hoofdman van het complot, Willem Roukens, op de Groote markt van de stad, die hem als burgemeester gekend had, te onthoofden, welk wreed vonnis voltrokken werd.
Schilderij N. de Huet en onbekende. Prenten door J. Lamsvelt en R. Vinkeles.
Zie: S.P. Haak, De Plooijeren, in het Kwartier van Veluwe in het tijdschrift Gelre. dl. X, 1908.
van Wijk