[Roelofs, Rodolphus Gerardus]
ROELOFS (Rodolphus Gerardus), geb. te Grave begin der 16e eeuw, overl. 16 Juni 1591 te Luik, studeerde de filosofie te Leuven in de pedagogie de Valk. Hij was zeer bedreven in de latijnsche en grieksche letteren, de rekenkunde en de oude geschiedenis, zoodat hij met goed gevolg als bijzonder leeraar werkzaam was bij de adellijke familie Schetz de Grobbendonck en tot leerling had Jan Karel Schetz, later kanselier van het Gulden Vlies. Daarna kwam hij in dienst als schrijver bij den beroemden rechtsgeleerde Elbertus Leoninus van Zaltbommel, en verkreeg hij een kanunnikdij te Grave in de St. Elisabethskerk. Zijn meester Elbertus koos in die troebele tijden ten slotte de zijde der Staten en van Oranje. Roelofs, te Grave niet meer veilig, vluchtte naar Keulen. 1584 vestigde hij zich te Luik, waar hij kanunnik was geworden van de St. Pieterskerk en verbleef er tot aan zijn dood. Bij testament stichtte hij een studiebeurs in de Valk te Leuven. Roelofs gaf een werk in druk, uitvoerig vermeld en geprezen door Paquot, over het kerkelijk recht: De Litteris Canonicis (Colon. 1582). Het genoot in dien tijd een bijzondere aandacht, werd zeer veel gebruikt en door Ferrari, beroemd rechtsgeleerde te Milaan in een traktaat uitgegeven 1613. De overige drie werken vermeld door Sweertius, Valerius Andreas, Foppens, Bibliotheca Belgica en Biographie Nationale XIX, 653 zijn slechts tafels in fol. om opgehangen te worden.
Zie: Analectes Hist. Eccl. Belg. XXI (1888) 156; Paquot, Mémoires Litt. VII, 209-212; F. Lucii Ferraris, Prompta bibliotheca (ed. Migne Par. 1858) VIII, 621.
Fruytier