[Renichon, Michiel]
RENICHON (Michiel), geb. te Temploux in het graafschap Namen, ter dood gebracht 3 Juni 1594 te 's Gravenhage. Hij was pastoor te Bossier in Namen, maar had in 1592 zijne pastorie verlaten wegens geschillen met zijne parochianen over de inkomsten aan zijne waardigheid verbonden. Ten gevolge van de verwoestingen der landstreek door den oorlog, waren deze inkomsten verminderd. Hij liet de bediening in zijne standplaats aan een kapellaan over en vestigde zich te Namen als schoolmeester. Daar kwam hij in aanraking met graaf Floris van Barlaymont, die hem bij gelegenheid, dat hij den maaltijd gebruikte met de edelen van 's graven gevolg, bij zich ontbood. Volgens de bekentenis, die Renichon na zijne gevangenneming in 1594 aflegde, had de graaf hem voorgespiegeld, dat hij zijn beperkt inkomen zou kunnen vermeerderen, waarvoor hij zich niet ongevoelig toonde. In Febr. 1594 was hij nogmaals door Barlaymont ontboden, die hem een ruime belooning toezegde, als hij zich voor een belangrijk feit ter beschikking van den koning stelde. Met den graaf reisde hij daarop naar Brussel, waar de eerste hem in tegenwoordigheid van den landvoogd Ernst van Oostenrijk bracht. Althans werd hem gezegd, dat een persoon, die te bed lag en die hij uit de verte een oogenblik te zien kreeg, de aartshertog was. Het is echter niet onwaarschijnlijk, dat een onbekende zich hier voor den landvoogd uitgaf. Uit diens naam werd aan Renichon eene som van 100 Philips-daalders ter hand gesteld en werden hem nog 1500 kronen toegezegd, als hij er in slaagde prins Maurits te vermoorden. Ook werd hem te kennen gegeven, dat er nog andere personen waren, op wier vermoording zeer veel prijs werd gesteld, nl. Oldenbarnevelt en Marnix van St. Aldegonde (misschien ook Hohenlohe, als ten minste de naam Longolius,
die in de bekentenis staat, als eene verbastering van diens naam moet beschouwd worden.) Renichon kreeg den raad, om zich te 's Gravenhage als schoolmeester te vestigen en zoo het terrein te verkennen. Vervolgens werd in zijne tegenwoordigheid gebracht een soldaat, die één van zes personen zou zijn, welke op zich hadden genomen om tegenstanders van den koning om het leven te brengen. Deze deelde hem mede, dat hij hem zou volgen en dat zij gezamenlijk zouden trachten om graaf Frederik Hendrik, die nog studeerde, van het leven te berooven. Misschien is deze soldaat Pierre du Tour, die in Sept. te Bergen op Zoom is ter dood gebracht, omdat hij moordplannen tegen prins Maurits en anderen in den zin had.
Renichon reisde nu met brieven van Barlaymont voor den bevelhebber van het kasteel te Turnhout, kapitein Larigon, naar Antwerpen. Vernomen hebbend, dat hij Larigon te Turnhout niet zou aantreffen, keerde hij naar Brussel terug