gemeynte J.C.; Het lof des Woordts Godts; Het lof des H. geestes; Evangelische Arent, eene verklaring van het evangelie van Johannes, posthuum en na zijn dood door Henr. Rulaeus voltooid; Scherm en Schilt der kinderen Godts, 1631, eene meditatie over ps. 91; Enge poorte 1624 tegen Ed. Poppius; De tranen Christi bij ‘ongelegentheijt’ dat de Nieuwe Kerk 11 Jan. 1645 was afgebrand, boos voorteeken van Gods toorn, want gelijk de kerk van haar dak beroofd was, zoo zijn wij door onze zonden beroofd van Gods bescherming enz.
Zijn portret schilderde A. van Nieuland, etsen van C. van Dalen en A. Conradus, daarnaar een afdruk bij Vos, Amstels kerkel. leven tegenover 142.
Schilderij door A.v. Nieuland; prenten door C. van Dalen, J.C. Filips en A. Conradus.
Zie: Brandt, Reformatie II, 819; Croese, Kerkel. Reg. 42; Vos, Amstels kerkel. leven 142-145; eene uitvoerige bibliografie van 's mans geschriften door G.D. Bom H.G.zn. aldaar bijl. A 364-368 en eene beschrijving zijner portretten aldaar bijl. B. 398 vlgg.
L. Knappert