[Nehra, Henriette Amélie de]
NEHRA (Henriette Amélie de), onwettige dochter van Willem van Haren, geb. 15 Mei 1765 te Brussel, waar haar vader toen staatsch gezant was, gest. te Amsterdam 19 Juni 1818. Na den dood van haren vader (1768) zorgde haar oom Onno Zwier voor haar opvoeding, zoodat hij soms zelfs voor haar vader is aangezien. Zij bleef bij hem tot zijn dood in 1779. Bij Onno Zwier kan zij in 1776 Mirabeau hebben ontmoet, met wien zij, ‘belle, charmante et gracieuse’, 1784 te Parijs, waar zij als pensionnaire in een klooster was opgenomen, in nauwe betrekking trad, waarna zij vijf jaren, in volle bewondering voor zijn talenten en ook door hem en zijn vrienden hoog vereerd, met hem leefde. Zij beschreef in 1791 en in 1806 zelve dien gelukkigen tijd en den man. Hij verliet haar voor een andere, de heerschzuchtige en twistzieke mad. Legay. Later leidde zij te Parijs een moeilijk maar onbesproken leven, waarin de beroemde medicus Cabanis en Lafayette, lord Landsdowne en Vaughan, vrienden van Mirabeau, haar voorthielpen. Zij keerde na 1800 in berooide omstandigheden naar het vaderland terug, waar zij te Amsterdam bij verschillende aanzienlijke familiën als gouvernante optrad. Door invloed van vrienden werd zij 7 Juni 1804 in het Deutzenhofje opgenomen, waar zij overleed. Zij werd begraven in de Walenkerk in het graf der familie Deutz.
Vgl. over haar: Bake in Oud-Holland 1884, 309 vlg. en Navorscher 1886, 141; Kalff in