Bezield met liefde voor het Middelbaar onderwijs, dat vóór en na zijn juridische promotie allengs in 't leven was geroepen, besloot ter H. hieraan zijn kracht te wijden; reeds in 1865 legde hij met goed gevolg het examen in de handelswetenschappen af en werd nog in hetzelfde jaar benoemd tot leeraar in de staathuishoudkunde, de staatsinrichting, de statistiek en de handelswetenschappen aan de H.B.S. met zesjarigen cursus te Deventer. Weldra werd hem ook het onderwijs in de aesthetica en kunstgeschiedenis aan de H.B.S. voor meisjes in die stad opgedragen. Nog later werd hij er tevens tot directeur der Burgeravondschool benoemd. Ter Haar was inderdaad een begaafd, veelzijdig ontwikkeld mensch; daarbij een bekwaam docent, die zijn leerlingen liefde voor hun studie wist in te boezemen. Tevens bezat hij veel kunstzin; muziek en schilderkunst vooral hadden ten allen tijde zijn belangstelling.
Dat hij ook te Deventer aan de vragen van den dag en de maatschappelijke quaesties bleef deelnemen, bewijst o.a. zijn ijveren ter wille van de kiesvereeniging ‘Vrijheid en Orde’ aldaar, waarvan hij geruimen tijd voorzitter is geweest.
In 1883 werd ter Haar tot leeraar in de staatsen handelswetenschappen bij het M.O. te Leiden benoemd. Hier bleef hij slechts twee jaar; in 1885 begaf hij zich naar Amsterdam, waar hij tot leeraar aan de Openbare handelsschool was benoemd. In 1890 werd hij ernstig ziek, ontving verlof om tot herstel van gezondheid naar Wiesbaden te gaan, bezocht later voor dat doel ook Nijmegen nog, dbch overleed bier in den zomer van 1892.
Mr. H. ter Haar was gehuwd met Pauline Griot la Gave, de zuster van een zijner Utrechtsche academievrienden.
Als geschriften van zijne hand dienen nog vermeld: Standvooroordeel en maatschappelijke vooruitgang (Deventer 1883). Verder schreef hij in verschillende tijdschriften als Sociaal weekbl., Tijdspiegel, Lantaarn, Olympía; vroeger ook in stud. almanakken, jaarboekjes, enz.
Zie: Bientjes in Levensber. Letterk. 1895, 203.
Zuidema