[Gorter, Simon]
GORTER (Simon), geb. 11 Dec. 1838 te Warns, waar zijn vader, schrijver van Het kenmerkend beginsel der Doopsgezinden, leeraar bij de gemeente der Doopsgezinden was, gest. 15 Juni 1871 te Amsterdam. Zijne opleiding genoot hij aan het Amsterdamsche Athenaeum en de kweekschool der Doopsgezinden. Onder den schuilnaam Jut schreef hij een paar stukjes in den studentenalmanak.
Te Aalsmeer was hij predikant van 1861-63; toen vertrok hij naar Wormerveer. Tot herstel van gezondheid ging hij naar het Zuiden, naar Arcachon, dat door zijn Gidsartikel beroemd is geworden en het beroemd heeft gemaakt. Het volgende jaar keerde hij terug, maar in 1869, het jaar waarin hij lid werd van de Maatschappij der Ned. Letterkunde, moest hij zijn leeraarsambt neerleggen. Zijn heengaan gaf aanleiding tot oprichting van Het Nieuws van den Dag en zijne benoeming tot hoofdredacteur. Zijn groot letterkundig talent wijdde hij aan de hoofdartikelen, en Zaterdagsavonds deed hij een Leekensermoen verschijnen, gewoonte door dit dagblad tot heden aangehouden, en door andere bladen nagevolgd.
In Een jaar leven voor de dagbladpers zijn de meeste dezer dagbladartikelen verzameld. Zijne Gidsartikelen en andere bijdragen bracht prof. de Hoop Scheffer bijeen in Letterkundige studiën, met eene voorrede. Eenige preeken werden gebundeld onder den titel Ik geloof, daarom spreek ik.
Hij was in 1862 gehuwd met Johanna Catharina Lugt.
Prent door Emrik & Binger.
Zie: Jo de Vries, Levensb. Letterk. met bibliografie 1872.
Herderscheê