landsche zee. Hij reisde over land daarheen, en door zijn dapperheid aldaar bekend, werd hij door den groothertog van Toscane ontvangen, die hem per rijtuig naar Pisa liet brengen, vanwaar hij de reis naar Livorno kon vervolgen, alwaar de schepen zich bevonden.
In den slag bij Livorno op 14 Maart 1653 werd hij zwaar gewond, zijn rechterbeen moest onder de knie worden afgezet; hij overleed 9 dagen later aan de gevolgen dier verwonding; zijn lijk werd gebalsemd en aan boord van het schip ‘Haarlem’ naar het vaderland overgebracht.
Hij werd begraven in de Nieuwe kerk te Amsterdam, waar zijn beeld in marmer op de tombe is uitgehouwen. Zijn portret door J. Lievensz. (waarnaar prenten door H. Rokesz., M. Mozijn, C. Goudsbloem, J. Houbraken, A.v.d. Beek) en A. Willaerts.
Zie: Levensbeschrijving van eenige voorname meest nederl. mannen en vrouwen (1777): Herinneringsdagen uit de nederl. zeegeschiedenis door D.F. Scheurleer (1913).
Herman