Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 5
(1921)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 179]
| |
Sevenum (bij Venlo) 8 Mrt. 1827, overl. 8 Juni 1900. Zijn ouders waren P. Everts, burgemeester der gemeente Sevenum, en M.G. Hoeben. Na zijn eerste onderwijs op de dorpsschool zijner geboorteplaats te hebben ontvangen, werd hij op de normaalschool van Rolduc gedaan (1838), vanwaar hij twee jaar later naar het gymnasium van Venraai werd gezonden; drie jaar later keerde hij als seminarist van hier naar Rolduc terug. Na voltooide studie werd hij 20 Sept. 1851 priester gewijd en kort daarna tot leeraar in de classieke en moderne talen te Rolduc benoemd (1852). In 1868 zag hij zich tot directeur der inrichtingen van onderwijs aldaar (klein-seminarie, gymnasium en hoogere burgerschool) benoemd. Hij bekleedde deze betrekking tot 1893, toen hij door 't hoofdkiesdistrict Roermond tot lid der Tweede Kamer werd gekozen, welk mandaat in 1897 vernieuwd werd. Man van smaak, kennis en oordeel, wist Everts zijn leerlingen liefde in te boezemen voor de schoonheden der meesterwerken van de oude en de nieuwe letterkunde. ‘Als leeraar in de classieke en moderne talen heeft hij zijn ongewone talenten gewijd aan de letterkundige opleiding en artistieke ontwikkeling zijner studenten, onder wie menig letterkundige van naam later welverdiende hulde bracht aan de hooge begaafdheden van den docent, die door zijn boeiende voordracht, zijn oordeelkundige verklaringen en opmerkingen zijn jeugdige toehoorders wist te boeien.’ Als directeur der hem toevertrouwde inrichtingen van onderwijs heeft Everts deze scholen meer en meer op Nederlandsche leest weten te schoeien. Vóór hem werd het onderwijs er meest in 't Fransch gegeven; bijna alle leerboeken te Rolduc gebruikt waren destijds Fransche of Belgische manuels. 8 Mei 1887 werd de bekwame man honoris causa door de Universiteit van Leuven tot doctor in de philosophie en letteren bevorderd. Van zijn weinig talrijke geschriften noemen wij alleen zijn Geschiedenis der Nederlandsche letteren (1868). Zie: Levensber. Letterk. 1905, 115; voorts Rolduc in Woord en Beeld (1902), 165. Zuidema |
|