[Creuwel, Antonius]
CREUWEL (Antonius), geb. te Lochem 19 Oct. 1679 uit baron Herman C. en Sibilla de Roller, overl. Doesburg 1755. Hij stond in 1704 als kapelaan te Arnhem (St. Jan) en was pastoor te Vaassen en Cannenburgh van ongeveer 1720 af. Op 22 Febr. 1722 kwam hij als pastoor te Doesburg, onder voorwaarde, zooals de apost. Vic. J. van Bylevelt meldt in zijn missieverslag 1721-24, dat hij van Doesburg's pastoraat zoude afzien, zoodra de Jezuïeten wederom zouden mogen terugkeeren. Ten gevolge van het plakkaat van 19 Oct. 1731 mochten alleen ingeborenen van het gewest, zoo zij geen ordensgeestelijken waren, hun pastorale bediening uitoefenen (v. Loon. Gr. Geld. Placaetb. III, 495), en zoo werd Creuwel 11 Dec. 1731 als pastoor geadmitteerd (Stats resolutieboeck 1723-39). Pastoor Crenwel werd in 1738 tot aartspriester van Gelderland aangesteld en bleef zulks tot Nov. 1745, toen hij als zoodanig om gezondsheidsredenen en ouderdom ontslag nam. Een kort verslag over zijn Geldersch district ingediend vinden we in het Arch. Aartsb. Utr. I, 66, in de eerste helft van 1741. In het einde van 1748 nam hij ook ontslag als pastoor van Doesburg.
v.d. Heyden