[Coster, Timon Hendrik Blom]
COSTER (Timon Hendrik Blom), geb. in 1817 te Alkmaar, overl. 20 Febr. 1904 te 's Gravenhage. Hij volgde de lessen van het gymnasium te Hoorn en werd, 22 Aug. 1835 te Utrecht ingeschreven als student in de geneeskunde. 29 Sept. 1843 promoveerde hij na verdediging van een proefschrift, getit.: De natura febris intermittentis. Hij vestigde zich te 's Gravenhage en verwierf zich daar als medicus een goeden naam. In 1848 behoorde hij tot de oprichters van het 's Gravenhaagsche geneeskundig gezelschap en kort daarna van de afdeeling der Maats. t. bev. d. geneeskunst, die te 's Gravenhage gevestigd werd. Hij trad op als secretaris van de Staatscommissie, die in 1849 werd benoemd om rapport uit te brengen over de herziening der geneeskundige wetten. Deze poging was echter op niets uitgeloopen, en in 1862 werd die zaak opnieuw ter hand genomen, ook in deze commissie had hij zitting en aan de werkzaamheden nam hij met veel ijver deel. Nadat de wet in 1865 in werking was getreden, werd hij lid van den geneeskundigen raad in Zuid-Holland en bleef dit gedurende tal van jaren. In Maart 1879 werd hij benoemd tot lijfarts van prins Frederik der Nederlanden. Ook nadat hij zijne praktijk had neergelegd, bleef hij belangstellen in hetgeen op medisch gebied voorviel, maar wetenschappelijke bijdragen van zijn hand verschenen er niet.
Simon Thomas