[Cattie, Joseph Theodore]
CATTIE (Joseph Theodore), directeur der Rijks Tuinbouwschool te Wageningen, 5 Aug. 1849 in den Haag geb. en in 1905 te Wageningen overl. Hij studeerde van 1869-72 aan de Leidsche academie in de wis- en natuurkunde, werd in laatstgenoemd jaar tot leeraar in de plant- en dierkunde aan de H.B.S. te Arnhem benoemd en promoveerde in 1881 aan de Utrechtsche hoogeschool op een diss.: Over de epiphysis cerebri der Plagiosbomi, Ganoideï en Teleosteï. In 1895 werd hij tot directeur van bovengenoemde Tuinbouwschool benoemd.
Tal van geschriften zagen van zijne hand het licht, waarvan de voornaamste zijn: Nat. Historie der drie rijken. 2 dln. (1874-80); Is spiritisme geen bedrog? (1874); Goethe ein Gegner der Descendenztheorie. Eine Streitschrift gegen E. Haeckel (1877); Over mesmerisme, biologie, hypnotisme of dierlijk magnetisme en spiritisme (Met portr. van den schrijver; 1879). Gemeenzame brieven van een vriend der Natuur, onder het pseudoniem Max van Edijck (1880); De mensch en de dieren. Geïllustreerd (1880); Leerboek der bemestingsleer voor den tuinbouwer (1890), en Tuinbouwonderwijs aan eene Rijkstuinbouwschool (1891). Verder bijdragen in schoolbladen en tijdschriften (Album der Natuur, Isis, Tijdspiegel, Eigen Haard). Ook redigeerde hij, sedert 1884, het Tuinbouwblad en schreef hij menig artikel in de Landbouwcourant.
Zuidema