verliet zij St. Servaas en de Cisterciënserorde om 1397 in te treden in het hervormde Dominicanessenklooster Schönensteinbach in den Elzas, vergezeld door eenige Utrechtsche jonkvrouwen. 1401 kwam zij in Nederland terug, als eerste priorin van Wijk O.P. Volgens de Chronik des Klosters Schönensteinbach zou Elisabeth de Stella, van Sterre, abdis van St. Servaas geweest zijn (Arch. Aartsb. Utrecht, XXXIX (1913) 376, 398; De Katholiek, CXLVI (1914) 116). Uit het Necroloog van St. Servaas echter blijkt, dat Elisabeth de Stella slechts priorin, geen abdis van St. Servaas geweest is en als priorin van Wijk overl. 24 Sept. 1419. Bovendien komt Mechtildis van IJsselstein reeds voor als abdis van St. Servaas in een erfpachtbrief van 24 Jan. 1496 voor het vertrek van Elisabeth. Door deze hervormingszucht is er wellicht wrijving ontstaan in de abdij, waarop de abdis Catharina de Montfoord, die de abdij reeds bestuurde sinds 1369, ontslag nam (overl. 1402). Door toedoen van den abt van Oudekamp, de hervorming der kloosters zeer genegen, zal de abdis van Mariëndaal Mechtildis, aangezocht zijn, om in St. Servaas het kloosterleven weer te doen bloeien.
Zie: Matthaeus, Fund. et Fata Eccl. 267, 433, 464, 465, 467, 471; Arch. Aartsbisdom Utrecht, XXVII (1901) 107, 159; Dodt van Flensburg, Archief, 99, 289; Bat. Illust., 995.
Fruytier