Y.
[IJseren, Andreas]
IJSEREN (Andreas), ook Iseren en Sydereus, geb. te Zutphen, kanunnik der St. Walburgiskerk aldaar, werd 25 Mei 1538 te Keulen in de facultas artium ingeschreven en studeerde er aan de Bursa Laurentiana. In 1542 werd hij baccalaureus, in 1545 magister, en zette er zijn studiën voort, ook nadat hij omstreeks 1547 aldaar Jezuïet was geworden. In 1548 naar Rome ontboden, kwam hij er 2 Mei van dat jaar aan, en verliet de stad weer in gezelschap van P. Adrianus Adriaenssens in 1549. Hij is daarna uit de orde getreden vóór hij het priesterschap had ontvangen, en wordt in 1575 vermeld als vicarius te Zutphen; hij was toen krankzinnig. Verschillende brieven aan en over hem bij Hansen, Rheinische Akten zur Geschichte des Jesuitenordens (Bonn, 1896) en bij Braunsberger, Canisii Epistulae et Acta I (Freiburg 1896), i.v. Sidereus.
Zie: Monumenta histor. Soc. Jesu, Litterae quadrimestres I (Madrid 1894); S. Ignatii Epistolae et Instructiones II (ibid 1904), beide i.v. Siderens; Hs. Kreynck fo. 6ro, 21ro (gemeente-archief Zutphen?); Sommervogel, Biblioth. d.l. Comp. de Jésus VIII, 1374.
van Miert