Ned. Indië (April 1872 tot einde 1894). Bijna even lang was hij penningmeester van het Indisch Genootschap. In de vergaderingen van dat genootschap trad hij meermalen als spreker op over de meest uiteenloopende koloniale belangen (Vgl. Hand. Ind. Gen. 1871-81). Hij was, hoewel antirevolutionnair, in de koloniale politiek een man van vooruitstrevende beginselen. Over deze dingen heeft hij in verschillende tijdschriften geschreven. Nog moet worden vermeld, dat hij als secretaris der desbetreffende commissie een zeer groot aandeel heeft gehad in de oprichting van het standbeeld van Hugo de Groot te Delft in 1886. Hij was bovendien bestuurslid van de Utrechtsche Zendingsvereeniging en van het Kon. Ned. Aardrijkskundig Genootschap (1885-88). Van 1876 tot 78 redigeerde hij De Indische Letterbode en van 1879 tot 1888 was hij redacteur van De Indische Gids voor de rubriek koloniale litteratuur. Wijnmalen huwde 18 Sept. 1873 te 's Graveland met mej. J.A.E. van Pellecom.
Zie: Tijdschr. Kon. Ned. Aardr. Gen. Tweede serie XII, 145 vlg.; Haagsch Jaarboekje 1896, 250 vlg., aangevuld door opgaven van het Centraal Bureau voor genealogie en heraldiek te 's Gravenhage.
Brugmans