abt Wybrand aan koning Philips, dat de gezant zijn opdracht getrouw vervuld had en maakt hij den koning en zijne familie deelachtig aan alle goede werken, welke in de orde beoefend werden. In het Nationaal Archief te Parijs worden de stukken betreffende deze onderhandelingen bewaard. Zij werden uitgegeven met de noodige toelichting door P.J. Blok in Vrije Fries XIX (1900) 317-333 en door Fritz Kern in Mittheilungen des Instit. f. Osterreich. Geschichtsforschung XXXI (1910) 76-87.
Abt Wybrand deed 30 Juni 1338 met andere abten en scheidslieden een uitspraak in de geschillen tusschen de Friezen en den stad Groingen. Hij verkreeg van den graaf van Holland, Willem van Henegouwen, vrij tolrecht voor de abdij zelfs in tijd van oorlog, 26 Sept. 1333. De moeilijkheden met Hamburg en de Cisterciënserabdijen van Friesland bleven voortduren en werden eerst door overeenkomsten 1347 en 1355 beëindigd. Op pauselijk bevel moest ook de abt van Klaarkamp opkomen voor de rechten en eigendommen van het nonnenklooster te Assen en het gedurende drie jaren beschermen tegen alle onrechtmatige handelingen en overlast vooral van de zijde van den graaf van Bentheim. 1342 zag abt Wybrand door de stichting van het St. Annaklooster te ten Boer het getal der Cisterciënserkloosters vermeerderen. 1345 genoot Klaarkamp de eer, dat een zijner monniken, de pauselijke kapelaan Balduinus, tot de bisschoppelijke waardigheid werd verheven en optrad als wijbisschop van Utrecht (II kol. 1367).
Vgl. Charterb. v. Vriesland II, 187, 195; Oorkondenb. v. Gron. 354, 398-400, 440; Brom, Bull. Traj. 591-93, 453; Dez., Archivalia in Italie, II, 16; Winsemius, Chronique of hist. gesch. van Friesland. (Fran. 1622) 200.
Fruytier