Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4
(1918)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 1428]
| |
Hij was van aanzienlijken huize, trad in de Societeit van Jezus en werd in 1625 tot priester gewijd. Hij werkte eerst onder het vlaamsche boerenvolk, maar werd in 1630 bestemd voor de missie in de Ommelanden, waar hij 27 Juni 1630 aankwam en zes jaar met bovenmenschelijke energie heeft gearbeid. De Overheid was er steeds op uit hem gevangen te nemen, doch door alleen 's nachts godsdienstoefening te houden, voortdurend van kleeding te verwisselen en de groote wegen te vermijden, wist hij aan haar waakzaamheid te ontsnappen. Velen mocht hij tot de katholieke Kerk terugbrengen. De pest rukte hem weg uit zijn arbeidzaam leven. Zijn lijk werd in een boerenkamer begraven, in 1855 weer opgegraven, doch terzelfder plaatse weer bijgezet. Zie: Narratio historica in Arch. Aartsb. VI; Bijdr. tot de Gesch. en Oudhk. inz. v.d. prov. Groningen, IV, 230; Gron. Volksalm. 1909, 100 v.v. Wumkes |
|