[Vredaeus, Johannes]
VREDAEUS (Johannes), van Weede Wedaeus, ook wel Johannes Fockink genoemd - de aanduiding Vredaeus schijnt te zien op zijn afkomst uit Vreden in Westfalen - was in 1578 predikant te Heinenoord. Volgens een bericht van 3 Sept. 1579 was hij destijds predikant van Mechelen, maar op dat oogenblik om de vervolging voortvluchtig. Na in dien tusschentijd zijn diensten te Antwerpen te hebben verleend, is hij in het voorjaar van 1580 weer naar Mechelen teruggekeerd. Nog hetzelfde jaar werd hij predikant te Tiel en bleef dat tot hij in 1619 zijn emeritaat verkreeg. Een andere Johannes Vredaeus of van Weede stond achtereenvolgens te Steenderen (1595-1597), Brummen (1597-1602) en Zwolle. In laatstgenoemde stad stierf hij in hetzelfde jaar dat hij er kwam, in 1602. Een Jacobus Vredaeus of Waedeus stond van 1576 tot zijn dood in 1589 of 1590 te Elburg; waarheen hij van Leiden gekomen was. Op de geldersche particuliere synoden van 1579 en 1580 was hij assessor.
Zie: J.H. Hessels, Ecclesiae Londino-Batavae Archivum III (Cantabr. 1897) 308 vv; Werken der Marnixvereeniging S. III, D. III, 64; Reitsma en van Veen, Acta IV, register in voce; C. Hille Ris Lambers, De kerkhervorming op de Veluwe (Barnev. 1890) register in voce; Tijdschrift voor Gereformeerde Theologie Jrg. IV (1897) 355, 357; Jrg. V (1898) 156.
van Schelven