Willem, van welken moord hij in dat schrijven dan ook een uitvoerige beschrijving geeft - te Delft was.
Uit Vosbergens huwelijk met mejuffrouw Noorthoek zijn, behalve de genoemde dochter Hester, minstens twee zonen geboren. De oudste, Caspar, liet zich 27 Apr. 1590 als Ziricksaeus te Leiden inschrijven in het Album studiosorum, en disputeerde daar 30 Juni 1593 openlijk de Fideiussoribus. De tweede, Josias, geboortig uit Veere, wiens inschrijving tweemaal voorkomt: 22 Juni 1591 en 17 Sept. 1594 (tenzij het hier om twee neven zou gaan) disputeerde 9 Dec. 1594 de Vita beata et virtute, werd later raad der rekenkamer van Zeeland en komt in 1618 en vervolgens onder de ouderlingen van Middelburg voor. Als zoodanig heeft hij ook de nationale synode van Dordrecht in 1618 en 19 bijgewoond. Vosbergen was beslist Gomarist. Uit de positie, die hij op die vergadering ten aanzien der Zondagsviering heeft ingenomen blijkt hij een engelsch-puriteinsche geestesrichting te zijn toegedaan geweest. De Gaspar van Vosberghen, die in 1623 agent van Denemarken in den Haag was; en van Mei tot November 1625 als buitengewoon gezant der Staten-Generaal in Zweden, Denemarken en Brandenburg heeft gefungeerd, zal wel met den oudste dezer twee zoons identiek zijn geweest; cf. Cath. van Ligtenberg, Willem Usselinx (Utr. 1915) v, 111 en n.1.
Zie: Kronyk van het Historisch Genootschap Jrg. XIII (1857) 90 vv.; Gachard, Analectes historiques (Brux. 1867) 20 vv.; te Water, Kort verhaal van de Reformatie van Zeeland (Middelb. 1766) 111; A.A. van Schelven, De nederduitsche vluchtelingenkerken der 16e eeuw ('s Grav. 1909) 201; Groen van Prinsterer, Archives, 1iere série, register in voce; P. de la Rue, Staatkundig en heldhaftig Zeeland (Middelb. 1736) 103; Reitsma en van Veen, Acta, V, reg. in voce; L.D. van de Spiegel, Bundel van onuitgegeven stukken I (Goes 1780) 96 vv., 137 vv., 140 vv., 190 vv., 196 vv., II (Goes 1783) 103 vv.; P.C. Molhuysen, Bronnen tot de geschiedenis der Leidsche Universiteit I ('s Grav. 1913), register in voce; P. Bor, De nederlandsche historiën II (Amst. 1680) XV, 181, 214; H.H. Kuyper, De Post-acta of nahandelingen van de nationale synode van Dordrecht (Amst. 1899) 181.
van Schelven