heid. Hij was meer voor het Hof, dan voor de Kerk.
In Archief Aartsbisdom Utrecht XIX, 439-447 staat van hem een Synopsis seu brevis narratio vitae Cornetii Jansenii Leerdamensis, vermoedelijk in 1655-56 opgesteld en bij de Congregatie van het H. Officie ingediend.
De namen, waarmee hij zijn brieven onderteekent, zijn: Henri d'Ovezande (Overzande was eene bezitting zijner moeder in Zeeland), Ovezandius, Zandeovius, Assuerus de Busicomio, Bosecomirs, Rurtius, Subcajus Rurtius, Opinio, Nicius. Na zijne verbanning onderteekent hij voluit. 25 Febr. 1669 vernietigde de Congr. der Propaganda alles, wat de la Torre de laatste vijf jaren van zijn leven onberaden had toegestaan.
Zijn portret staat in de Batavia Sacra II, 457.
Zie: van Heussen, Batavia Sacra II, 457-465, 470; Hoynck van Papendrecht, Hist. Eccl. Ultr. 20-24, 93-102, 111-112; Dissertationes III, VIII-X, XIII, XX, XXI; Broedersen, Quinque Tract. Hist. I, 94-104, 170-171, 321-337, 463-470, 497-522; II, 75-88; III, 81-85; IV, 21-24; V, 270-276; Mozzi, Hist. des Révolutions I, 88-107; Dupac de Bellegarde, Hist. abrégée d' Utrecht (3e éd.) 149-161; Archief Aartsb. Utrecht II-IV; X-XII; XVIII; XIX; XXIV; XXXII-XXXIV (zie registers); Bijdragen Bisdom Haarlem III; IV; VIII; XV; XVIII; XX; XXII-XXIV; XXX (zie registers); Brom, Archivalia in Italie I-III, register; Bijdragen voor de Geschied. der R.K. Kerk in Ned. 1e en 2e stuk (Rott., 1888 en 1892), register; Knuttel, Toestand der Ned. Kath. ten tijde der Republiek I, 223-226, 254-257; Benninck Janssonius, Gesch. der Oud. R.K. Kerk in Ned. 108-118; Epistolae Missionariorum Ordinis S. Franc. ex Frisia et Hollandia (Quaracchi 1888) 2, 10, 16-20, 22-24 e.a. passim; Backhusius, Bewijs-schrift I, 31-35, 39-47.
Janssen