[Tienhoven, Gerrit Pieter van]
TIENHOVEN (Gerrit Pieter van), geb. 1836 te Werkendam, overl. 3 Nov. 1901 te 's Gravenhage. 18 Sept. 1855 werd hij te Utrecht ingeschreven als student in de geneeskunde en promoveerde, 25 Oct. 1861, op een proefschrift: Over de oorzaken en het wezen der stuipen, die kunnen optreden voor, by en na de baring; 8 Mrt. 1862 tot arts obst. doctor en 12 Mei 1862 tot chirurgiae doctor, beide op stellingen. Hij vestigde zich als gencesheer te Tiel en werd in Febr. 1868 benoemd tot geneesheerdirecteur van het burgerlijk gasthuis te 's Gravenhage. Uit deze betrekking werd hij in Maart 1876 op zijn verzoek ontslagen, omdat hij benoemd was tot adjunct-inspecteur van het geneeskundig Staatstoezicht voor Utrecht en Gelderland en daarvoor naar Arnhem verhuisde. In Februari 1879 werd hij opnieuw benoemd tot geneesheer-directeur van het haagsche ziekenhuis en hij bekleedde deze betrekking tot 1 Juli 1891, toen door hem eervol ontslag werd aangevraagd op grond daarvan, dat belangrijke uitbreiding der ruimte en wijziging der inrichting van het gesticht niet langer kon worden uitgesteld en dat die in het belang der zaak beter in overleg met jeugdiger krachten kon worden tot stand gebracht. Hij bleef te 's Gravenhage gevestigd als consuleerend geneesheer en werd in Sept. 1891 benoemd tot lijfarts van H.M. de Koningin-regentes en hare dochter, Koningin Wilhelmina. Als lid van den haagschen gemeenteraad en lid van den geneeskundigen raad voor Zuid-Holland heeft hij gedurende vele jaren door zijne adviezen in het belang der volksgezondheid grooten invloed uitgeoefend. Enkele geschriften liet hij na: O. Spiegelberg, Leerboek der verloskunde. Vert. uit h. Hoogd. (Tiel 1863); De ziekenfondsen in Nederland met Stoeder, Snijders en
Ribbe (Amst.