[Thijssen, Henricus Franciscus]
THIJSSEN (Henricus Franciscus), geb. 15 Nov. 1787 te Amsterdam, overl. 8 Jan. 1830 aldaar. Hoewel zijne ouders zich daar eerst tegen verzetten, volgde hij toch zijne neiging om in de geneeskunde te gaan studeeren. 8 Aug. 1810 promoveerde hij te Leiden op eene Diss. de pulsus doctrina (L.B. 1810). Kort daarna vestigde hij zich als geneesheer te Amsterdam en daar kreeg hij eene uitgebreide praktijk en werd er zeer geacht en bemind. Hij werd benoemd tot stads-dokter en geneesheer aan het Buiten- en Binnengasthuis, terwijl hij ook lid was van de provinciale commissie van geneeskundig toevoorzicht. Op 26 Nov. 1825 werd hij gekozen tot lid van het Kon. Nederl. Instituut. In de werken uitgegeven door dit lichaam komt van hem voor eene Verhandeling over de vorming der schijnliezen. Bij de oprichting der Klinische School in Febr. 1828 werd hij aangesteld tot hoogleeraar in de geneeskunde en toen tevens benoemd tot hoogleeraar aan het Athenaeum Illustre, maar niettegenstaande dien theoretischen arbeid bleef hij toch in zijne medische praktijk werkzaam, omdat hij begreep, dat zijne ervaring daar opgedaan ten nutte zou komen van zijn onderwijs en zijne leerlingen. Bij de opening der Klinische School hield hij eene Inwijdingsrede over de geschiedenis en strekking der klinische geneeskunde (Amst. 1828). In de Bijdragen tot de natuurkundige wetenschappen van H.C. van Hall, W. Vrolik en G.J. Mulder, verschenen van hem verschillende beoordeelingen en eene verhandeling: Over de opgave der bevolking van het koninkrijk der Nederlanden door de commissie voor de statistiek; Over de zelfontbranding, deel I; Over de vorming van den mist, Ibid. II; Proeven over den invloed van het
zenuwstelsel op den bloedsomloop met W. Vrotik, Ibid. III; J. Stevenson, Praktische verhandeling over eene ziekelijke gevoeligheid van het oog, gewoontijk zwakheid van het gezigt genaamd. Uit het Engetsch (1816); Voorlezing over Nic. Tulp, in Van Kampen's Magazijn voor wetenschappen en letteren III (1820); Het verband der bevolking met de bebouwing der aarde, Ibid. VIII; Geschiedkundige beschouwing der ziekten in de Nederlanden in verband met de gesteldheid des lands en de leefwijze der inwoneren (Amst. 1824); Over de herfstkoortsen te Amsterdam, bijz. over die van het jaar 1826 (Amst. 1827); Brandstichtingszucht, in verband met de geslachlsont-