Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4

[Thybodus, Thyabbo]

THYBODUS, Thyabbo, abt der Cisterciënserabdij St. Bernard te Aduard sinds 1352, overleed aldaar 15 Mei 1371. Volgens de Kroniek der abdij was zijn bestuur een tijdperk van strijd. Heftig streden de monniken en de (500?) conversen tijdens de twisten van Schieringers en Vetkoopers. Onder den vorigen abt vermeldt de Kroniek nog, dat het getal der conversen zeer verminderd was; in 1350 waren er 120 aan de pest gestorven. Onder de 500 conversen moet men misschien ook de pachters en bewoners der hoeven en landen der abdij verstaan. De magister (overste) der conversen stond, zegt de kroniek, eens gereed het altaar te beklimmen, toen hij de nadering van den vijand bij de abdij vernam. Dadelijk trok hij het misgewaad uit en liep weg om zijne conversen aan te moedigen in den strijd; hij sneuvelde het eerst voor de poort van het klooster. Onder dezen abt ontstond ook een groot verschil met de ingezetenen van Oosterwolde en de Achtzijlvesten over het plaatsen van sluizen. Scheidsrechters deden 1364 een uitspraak, welke door onderlinge overeenkomst 1365 nader werd bepaald. Door zijne afgevaardigden, Bernardus en Hayo, priesters, en Sibbeke, convers der abdij, werd met Hamburg 11 Aug. 1355 eene overeenkomst gesloten betreffende de schade 1346 aan Hamburger schepen toegebracht, waarover reeds onderhandelingen gevoerd waren onder abt Fredericus, 1346-48. De kroniek plaatst verkeerd deze Hamburgsche kwestie onder abt Hoptatus, 1350-52.

Abt Thybodus komt ook voor in een oorkonde van 25 Aug. 1360 met den naam Syabbo in plaats van Tyabbo, waarvan Thybodus de verlatiniseering kan zijn.

De kroniek verzekert, dat abt Thybodus bij den dood van zijn voorganger aan het bestuur kwam 1352, 19 jaar de abdij bestuurde, twee jaar voor zijn dood uit eigen beweging ontslag nam en 1371 stierf. Zijn opvolger komt in een oorkonde van 1371 voor, zoodat de jaren van het bestuur dan geen 19 maar slechts 17 kunnen zijn.

Zie: Brugmans, De Kroniek van het Klooster Aduard, 59-61; Nanninga Uitterdijk, Gesch. der voorm. Abdij der Bernardijnen te Aduard (Gron. 1870) 40-42; Oorkondenboek van Groningen en Drenthe 440, 515, 1234.

Fruytier