[Tholen, Dr. Nicolaas]
THOLEN (Dr. Nicolaas), zoon van Otto Nicolaas Tholen en Rinske van Hoytema, geb. te Leeuwarden in Juli 1725, gest. aldaar in Sept. 1770, genoot zijn opleiding in zijn vaderstad, vanwaar hij in 1744 naar de academie te Franeker ging. Na vierjarige studie werd hij daar in Juni 1748 bevorderd tot doctor in de beide rechten en 2 Juli d.a.v. in de rol der advocaten van het Hof ingeschreven. Bij resolutie der Staten van Friesland van 26 Febr. 1754 werd hij benoemd tot klerk ter Lands secretarie, een ambt van hooger positie dan de titel aangeeft. Hij maakte veel studie van oud-Friesch recht en geschiedenis en bereidde met Dr. A. Heringa een uitgave der Friesche wetten voor, toen hij in 1764 aangezocht om Schwartzenberg ter zijde te staan bij de uitgave van diens Charterboek. Krachtig heeft hij aan deze publicatie medegewerkt; in de voorrede van het eerste deel (Leeuwarden 1768) erkent Schwartzenberg, ‘dat Tholens volvaardige medewerking, welgevestigde ervarenis in 't leezen der verwardste handschriften, een doorwrogte kennis der oude land-taal de eenige voorwerpen waren zijner lovspraake; terwijl hij onbeschroomd kon betuigen, dat sijne ijverige pogingen aan dezen arbeid eenen voornaamen glans hebben bijgezet.’ Ook aan de voorbereiding van het tweede deel heeft Tholen medegewerkt; tijdens den druk is hij gestorven. Hij huwde in Dec. 1758 Cunira Adriana Pierson, dochter van Jacobus Pierson, en Sophia Wijnanda Halma, die in 1776 stierf.
Zie: Eekhoff in De vrije Fries VII, 324 vlg., 348 vlg.
Brugmans