aan de Leidsche academie inschrijven. Drie jaar later deed hij zijn candidaats-examen in de rechten, maar het doctoraal en de promotie bleven achterwege. Rijk begaafd en zich veel bewegend in het maatschappelijke leven, had P.L. Tak vooral een open oog voor de gebreken en wanverhoudingen in de samenleving, die hij geestig en scherp wist te hekelen.
Gemakkelijk schrijvend, voelde hij zich aangetrokken tot de journalistiek. In 1877 verbond hij zich als mederedacteur aan de Middelburgsche Courant; later (van 1883-90) was hij medewerker aan het door J. de Koo destijds opgerichte dag- (later week-) blad de Amsterdammer; weer later vinden we hem in de Redactie van de Nieuwe Gids (tot 1893) en als verslaggever van de Amsterdamsche raadsvergaderingen voor de Telegraaf (van 1893-1903). Zijn hoogtepunt bereikte hij als leider van het weekblad De Kroniek, dat in 1894 door hem zelf, in vereeniging met anderen, was opgericht. In 1897 ging Tak over tot de Sociaal Democratische Arbeiderspartij, waar hij in 1903 het hoofdredacteurschap van Het Volk op zich nam.
Achtereenvolgens was hij lid van den Amsterdamschen gemeenteraad (sedert 1904), van de Prov. Staten van Noord-Holland en van de Tweede Kamer Stat.-Generaal (sedert 1905)
Piet Tak (zoo werd hij in de wandeling genoemd) was een man, die uitblonk door groote verscheidenheid van gaven en door veelzijdige werkzaamheid, ruim van opvatting; daarbij bezadigd, ontwikkeld en beschaafd. Zijn opstellen in de Beweging en niet minder zijn politieke hoofdartikelen in De Kroniek werden met graagte gelezen.
Tot 1893 te Bussum woonachtig, vestigde hij zich in dat jaar met der woon te Amsterdam. In den zomer van 1907 op ‘Duinvliet’ bij Domburg logeerende, vond hij hier een plotselingen dood.
Van Tak's afzonderlijke geschriften noemen we de brochure Diagnose (1903; geschreven naar aanleiding van de werkstaking in dat jaar). Verder schreef hij een aantal bijdragen in de Nieuwe Gids e.a. tijdschriften; met name ook de belangrijke levensschetsen van Henry George, Liebknecht en Bebel in Mannen van beteekenis (XIX en XX).
Zie: De Kroniek van 19 Oct. 1907; de (Groene) Amsterdammer van 24 Aug. 1907; De Beweging van 1907, IV, 112; de Ned. Spect. van 1907, 309, en P.C. Labrijn, Het Brabantsch-Zeeuwsche geslacht Tak (1916) 63-69.
Zuidema