aan de Vecht, in 1806 naar Zaltbommel. 10 Maart 1811 werd hij beroepen te Kampen, waar hij 30 Juni d.a.v. werd bevestigd door ds. van Woudenberg. Te Kampen heeft hij tot 1827 gestaan; hij vroeg toen wegens voortdurende ziekte emeritaat aan en vestigde zich te Arnhem. Als wetenschappelijk onderzoeker heeft Streso zich voornamelijk bezig gehouden met de kerkgeschiedenis, met name die van Nederland. Van zijn verdere werken mag worden genoemd de Verhandeling over de levenswijze en de gewoonten onzer voorvaderen hier te lande, van de vroegste tijden af, tot aan het einde der zestiende eeuw (Verh. uitg. door Teyler's Tweede Genootschap XIX; Haarlem 1814, 40.), dat nog eenige waarde heeft. Streso's vrouw stierf te Arnhem in Juli 1841.
Zie: Hand. Lett. 1842, 35 vlg.; Glasius, Godgel. Ned. in voce.
Brugmans