[Streek, Anna Catharina van]
STREEK (Anna Catharina van), geb. Brinkman, 21 Oct. 1760 te Amsterdam gedoopt, huwde in Nov. 1784 met Coenraad van Streek en overleed als diens weduwe 4 Juli 1828 in de nabijheid van 's Gravenhage. Zij schreef oorspronkelijke en vertaalde stukken in proza en poezie, o.a. Brieven tusschen Eduard en Charles (1791); Liefde en gevoel, een verzameling van karakteristieke stukjes (1793); Zedelijke verhalen, fabels en vertellingen voor de jeugd (1794); De triumph der vrijheid. Tooneelspel (1795); Grootheid en zwakheid van den mensch (1795); Philippine en Georgette, Zangspel (1796); De echtscheiding, Tooneelspel (1797); Uitstapje naar Brussel bij Bonapartes komst en verblijf aldaar, en hulde aan hem (1803); De vendeling, een vertaling van Deliles Homme des champs, die veel opgang maakte (1803). Minder bijval verwierf haar vertaling van Vergilius' Aeneis (1809), die dan ook onvoltooid bleef. Als haar beste werk wordt genoemd een gedicht in drie zangen Het geluk (1820). Van haar gelegenheidsgedichten noemen wij nog: Dichtregelen op den ramp van Leiden (1807), Het juichend Nederland (1814) en Op den verjaardag van Koning Willem I (1814); van haar prozageschriften de roman Julius en Amalia, of de gevaren van een al te gevoelig hart, 2 dln. (1806); van haar toon eelstukken Camilla, of het onderaardsche gewelf (1808).
Zie: Konst- en Letterbode 1828, II, 19 en 20; Frederiks en van den Branden, Biogr. Woordenb.; Uylenbroek, Kleine dichterl. handschriften (1738-1809), XIV, 112, en van der Aa, Parelen Ned. dichteressen 136.
Zuidema