[Steenbergen, Petrus Johannes van]
STEENBERGEN (Petrus Johannes van), geb. te Dordrecht 11 Juli 1744, overl. aldaar 2 Maart 1833, was de zoon van Jan Willem van Steenbergen en Petronella Elisabeth Taay. Hij bekleedde in zijn geboorteplaats verschillende ambten en posten als: majoor der stad 1762, notaris 20 April 1768 tot 1818, deurwaarder bij het Hof van Holland, secretaris van het Watergerecht 1767, secretaris van het Comité van koophandel en zeevaart, auditeur-militair bij de Gewapende Burgermacht 1e Bataljon. In vrijen tijd beoefende hij de latijnsche en nederlandsche dichtkunst, maar uitgegeven heeft hij weinig. Hij was honorair lid van het Rotterdamsche dichtgenootschap ‘Prodesse canendo’ en lid van verdiensten van het Dordtsche tooneelgezelschap ‘Tooneelzugt schuwt geen moeite’, dat het blijspel Het Arabische Poeder door A. Lamme, bewerkt naar L. von Holberg (Dordr. 1775) aan hem opdroeg. Hij vertaalde zelf: Beverlei (Beverly), Burgertreurspel naar het Fr. van Saurin (Dordr. 1777; 2de dr. 1778) en Peter de Groote, treurspel naar het Fr. van Dorat (Dordr. 1772).
Zie: Bijdragen tot Boeken- en Menschenkennis II st. IV, 365; Witsen Geysbeek, B.A.C. Woordenb. V, 359.
van Dalen