Cornelis de Witt enz. enz. uytgebeelt door Verscheyde Rym-oeffeningen der geestighste Poeten (1668), (niet te verwarren met het Belgium Gloriosum van ds. J. Lydius) schreef hij: Zegenkrans der laetste Zee-tochten onder d' Edele Gestrenge Heeren d' Heer Johan de Witt .... ende d' Heer Cornelis de Witt. Hij onderteekent dit langdradige dichtstuk: K. van der Staey Kolybrant J.C. (Juris Consultus). Een ander lofvers schreef hij op het schilderij van J. de Baen ter eere van Mr. Cornelis de Witt in het stadhuis te Dordrecht opgehangen. In den bundel van C. van Overstege, Poëzy, Wereldlijke en Geestelijke (Dordr. 1661) komt blz. 124 een gedicht voor op het uitgeven van de Vergode Wieg-zang van den Hooggeleerden Heere Mr. Cornelis van der Stay Colibrand, waarin hij ‘een jonge zwaan met zoeten gallem’ genoemd wordt. Zijn weduwe komt nog in 1689 voor in het Cohier van den 200en penning met een aanslag van ƒ 113-194.
Uit: M.S. Aant.
van Dalen