[Stapel, Johannes Bodaeus a]
STAPEL (Johannes Bodaeus a) studeerde te Leiden in de Medicijnen, promoveerde er 3 Mei 1625 onder Vorstius, en vestigde zich als geneesheer te Amsterdam, overl. 1636; hij was een geleerd man, zeer bedreven in de Grieksche en Latijnsche talen en andere wetenschappen, bijzonder ervaren in de botanie. Door zijn vroegtijdigen dood werd hij verhinderd het volgende werk uit te geven, hetwelk echter naderhand door zijnen vader, Egbert Bodaeus, geschied is:
Theophrasti, Historiae Plantarum Lib. X, Notis, Commentariis, et variarum plantarum plurimis Iconibus illustrati, una cum Graeco contextu (Amst. 1644. fol.).
Zie: Saxe, Onom. Liter., IV, 137; de Chalmot, Biogr. Woordenb.; Banga, Gesch. der Geneesk. I, 308, 311, 312; Haller, Bibl. Botanica I, 36; Bronckhorst, Diarium ed. van Slee 189; Molhuysen, Bronnen tot de geschiedenis der Leidsche Univ. II, 191, 193, waar hij Boderus a Stapel heet.
Molhuysen