[Someren, Albert Evert Carel van]
SOMEREN (Albert Evert Carel van), 28 Jan. 1821 te Arnhem geb. en 16 Mei 1890 te Zutphen overl., was aanvankelijk voor het predikambt bestemd en liep daarvoor het gymnasium zijner geboorteplaats af; doch aan 't eind van den gymnasialen cursus koos hij den boekhandel tot zijn toekomstig bedrijf, dat hij ging leeren bij zijn oom J.F. Thieme te Nijmegen. In 1844 richtte hij een eigen zaak op te Zutphen, waarin hij tot zijn dood werkzaam is gebleven.
Van Someren vertaalde verscheiden romans, als van Florence Marryat (Een vrouw uit de tropen; Lastertongen), Sara Hützler (Kleine menschen), Henriette Hanke, James, e.a., terwijl hij vele zijner schooluitgaven, zelf bewerkte. Verder leverde hij gedichten in het jaarboekje Christophilus en in den Gelderschen Volksalmanak, was correspondent van de Arnhemsche courant en schreef een groot aantal artikelen, meest over den boekhandel, in Wetensch. Bladen, Noord en Zuid, Europa, Leeswijzer enz.
Zie: Nieuwsbl. v.d. Boekh. 1890, No. 36.
Zuidema