[Scholten, Joannes Henricus]
SCHOLTEN (Joannes Henricus), geb. te Zifflich 8 Mei 1797, overl. te Nijmegen 7 Apr. 1865. Hij studeerde te Keulen en Warmond en werd 11 Dec. 1822 te Munster priester gewijd. Hij was kapelaan te 's Gravenhage, vertrok als missionaris naar Ned.-Oost Indië en kwam 27 Oct. 1826 te Batavia aan, waar hij 12 Febr. 1827 benoemd werd als pastoor te Semarang. In het gevolg van den Commissaris-Generaal du Bus de Ghisignies maakte hij de reis mede naar de vijandelijke streken Soerakarta en Djokjokarta. Bij besluit van 2 Jan. 1828 werd hij benoemd tot aalmoezenier bij het leger te velde met den rang van kapitein, uit welk ambt hij 25 Oct. 1830 ontslagen werd. Daar hij door de inlanders beschouwd werd als eenigszins de leider te zijn van den oorlog, stonden zij hem voortdurend naar het leven. Bij het vertrek van L. Prinsen (zie aldaar) werd hem het voorloopig bestuur der missie opgedragen en bij decreet van 10 Sept. 1831 werd hij benoemd tot Praefectus Apostolicus. Door zijn openlijk optreden tegen de vrijmetselarij ondervond hij van den kant van het Gouvernement veel tegenwerking. In 1834 maakte hij een missiereis naar Benkoelen en Padang, in welk laatste hij een kerkelijke statie stichtte. Hij verliet Indië 3 Febr. 1842 en keerde naar het vaderland terug. Vandaar ging hij 7 Nov. 1842 naar Rome, waar hij een kort verslag van de Oost-Indische missie overhandigde aan de Congregatio de Propoganda Fide. Aldaar ook ontving hij zijn eervol ontslag 22 Dec. 1842 en werd om zijne bewezen diensten benoemd tot geheim kamerheer. Weder in het vaderland teruggekeerd, begaf hij zich naar het klooster te St. Agatha bij Cuyck 1 Dec. 1843, ontving den 11den dier maand het ordekleed en was spoedig werkzaam als lector in de godgeleerdheid en H. Schrift. Om gezondheidsredenen
ging hij in Aug. 1844 als rustend geestelijke leven, eerst te Kleef en daarna te Nijmegen. Van zijne buitengewone werkkracht en lust getuigen de folianten zijner geschreven werken, welke gedeeltelijk berusten in de bibliotheek der Jezuïeten te 's Gravenhage. (Da Costastraat) en te Nijmegen (Molenstraat): Beknopte beschrijving der R.K. Zending in Nederlandsch Indie (drie verslagen); Relatio Missionis Romano-catholicae, quae est in India Orientali Belgica, missa sacrae Congr. de Prop. Fide et dedicata S.S. Pontifici Romano (8 dln.); Dagverhalen van 1826-39; Beschrijving der Lampongs; Gids op Java; Godsdienstige Oefeningen en Gebeden; Pengadjaran Katholyk pada boedah Ketjil oleh J.H. Scholten, dehoeloe kala pandieta di Batavya; Tractatus de sacramentis in genere; de Baptismo, Confirmatione, Eucharistia, Poeentia, Sylva; Betrachtingen en verklaringen van de Epistels en Evangeliën; Leerredenen op de Zondagen en voornaamste Feestdagen des jaars; Philothea. Betrachtingen op het lijden van onzen Goddelijken Verlosser Jezus Christus; Geschiedenis des Bijbels, de Vier Evangelien, de Handelingen der Apostelen; Een blik op de Hervorming, op hare grondslagen en op de Hervormers in het begin der 16de eeuw; Leerredenen en ontwerpen. In 1846 werd hij benoemd tot Procurator der Missie, en bleef voor hare belangen krachtdadig werkzaam.
Zie: J.H.v.d. Velden. De Roomsch katholieke Missie in Nederl. Oost-Indië (Nijm. 1908).
van der Heijden