[Rijssen, Leonard van]
RIJSSEN (Leonard van) of Rijssenius is volgens Paquot geboren te Utrecht, maar in het Utrechtsche Album Academicum is hij in Februari 1654 als student ingeschreven als ‘Doesborgensis’. Waarschijnlijk is hij dus circa 1636 te Doesburg geboren. Hij studeerde theologie en verwierf den doctors-titel. In 1655 werd hij predikant te Tiel en 't Waal en in 1659 te Heusden. In 1668 nam hij een beroep aan naar Deventer en bleef daar zes jaar om in 1674 opnieuw als predikant naar Hensd en te gaan, werd in 1693 emeritus en stierf eenige jaren later. Rijssenius was een overtuigd Voetiaan en in tal van geschriften heeft hij zijn beginselen verdedigd. Destijds na het opkomen van Cartesianisme en Coccejanisme was het aan de orde van den dag om op het voetspoor van den hoogleeraar Maresius te klagen over de ‘profane nieuwigheden.’ De verdedigers der oude rechtzinnigheid zagen overal of meenden althans te zien gevaarlijke ketterijen. Rijssenius b.v. in zijn boek De oude rechtsinnige waerheyt verdonckert deed bericht van niet minder dan 559 ketterijen, welke hij op het spoor gekomen was, wat de hoogleeraar Heidanus de opmerking ontlokte, dat de Heusdensche predikant ‘in de Multiplicatie dapper moet ervaren zijn.’
Zijne geschriften zijn de navolgende: Synopsis impurae theologinae Remonstrantium. Ipsorum verbis tum expressa, tum saepe refutata.... (Ultrajecti, 1661 in 8o.) in het volgend jaar in het hollandsch vertaald als De vuile en zielverdervende leer der nieuwe Remonstranten.... (1662 in 12o); Oordeel van eenige theologanten tot Deventer over het boeck Lud. Wolzogen van den Uyt-legger der H. Schrift (Middelb. 1669, in 4o); De oude rechtsinnige waerheyt verdonckert en bedeckt door Descartes, Coccejus, Wittich, Burman, Wolzogen, Perizon, Groenewegen, Allinga etc. En nu weder opgeheldert en onldeckt (Middelb. 1674) in 4o; Pamfl. Knuttel nr. 11239); Christus vry van sonden, verdedigt tegen de verkeerde verklaeringe van Psalm XVIII vers 24 Van D. Johannes van der Waeyen; (Vlissingen, 1675, in 4o; Pamfl. Kn. no. 11359); Doot-Stuypen der Cartesianen en Coccejanen, vertoont in twee boeken.... Ende nu ontdekt ende wederleght.. (Utr. 1676 in 4o.) (Pamfl. Kn. no. 11445) Lichtende Fackel voor een dwalende conscientie.... (Utr. 1678 in 4o; Pamfl. Kn. no. 11644); Justa detestatio sceleratissimi libelli Adr. Beverlandi.... De peccato oiurigali (Gorinch. 1680, in-8o.); Apologie voor het reght der overheden, des volks ende der Kercke. Waer in mede gehandelt wordt van het reght van approberen en improberen (Amst. 1689 in 4o.; Pamfl. Kn., no. 13319); Dagon den politiken afgod. Verbroken voor de arke des Heeren. Behelsende een verdedinge van het recht der overheden, des volks en der kerke
('s Grav. 1690 in 4o.; Pamfl. Kn. no. 13569); Arcus triumphalis aureus Guilelmo III... veterum poetarum.... versibus compositus (Hagae Comitis 1691, in 4o.).
Zie: H.C. Rogge, Bibliotheek der Contra-Remonstr. en Gereformeerde geschriften, II.
Knuttel