[Romswinckel, Adam Cornelis]
ROMSWINCKEL (Adam Cornelis), geb. te Tiel 1779, overl. te Dordrecht 17 Febr. 1854, was de zoon van Adam Cornelis Romswinckel en Elisabeth van Krieken. Hij studeerde te Leiden van 1796-1803 theologie, werd 13 Maart 1803 predikant te Eethen en Drongelen, vanwaar hij in 1808 vertrok naar Nieuwerkerk op Duiveland. Den 12. Nov. 1822 werd hij predikant te Dordrecht in de plaats van den veelbetreurden Ds. Ewaldus Kist. Hij bleef de Dordtsche gemeente 27 jaren met toewijding dienen, totdat in 1849 zijn verzwakte gezondheid hem noodzaakte zijn emeritaat te nemen. Van hem verschenen: Bijbeloefeningen over uitgezochte plaatsen des O.T. in leerredenen (Amst. 1829). Na zijn overlijden bezorgden zijn collega's onder medewerking van zijn zwager prof. W.A. van Hengel te Leiden: Zestal Nagelatene Leerredenen van A.C. Romswinckel, laatst Emeritus Predikant bij de Ned. Herv. Gemeente te Dordrecht, onder medewerking en met een Voorberigt van W.A. van Hengel (Dordr. 1854. 8o).
Zie: B. Glasius, Godgeleerd Nederland, i.v.; Voorbericht in den genoemden bundel Leerredenen.
van Dalen