[Reijn, Gijsbert van]
REIJN (Gijsbert van), zoon van Dr. Cornelis van Reyn en Aveta Maria van Alphen, geb. te Rotterdam 12 Oct. 1793, gest. aldaar 7 April 1866, genoot aldaar zijn eerste opleiding. In 1809 werd hij geplaatst op een notariskantoor; in 1814 kwam hij in de zaak van J.L. Nierstrasz. In 1817 trad hij als zelfstandig koopman op en vestigde een manufactuurhandel. In 1834 trad hij echter in de redactie der (oude) Rotterdamsche Courant, waaraan hij verder is verbonden gebleven. Toen deze courant in 1858 in een naamlooze vennootschap werd omgezet, werd van Reyn daarvan directeur. Hij maakte verzen en schreef over allerlei onderwerpen opstellen in verschillende tijdschriften; ook was hij zeer werkzaam op maatschappelijk, letterkundig, kerkelijk en onderwijs-gebied. Afzonderlijk verscheen de Hulde aan de nagedachtenis van ds. J. Scharp, toegebragt den 19den Maart 1828 in het gezelschap, onder de zinspreuk Bijbelstudie enz. (Rott. 1828). Van Reyn was van 1839 tot 1848 mede-redacteur der Vaderlandsche Letteroefeningen en van het tijdschrift Euthymia. Maar vooral is hij bekend gebleven als geschiedschrijver van Rotterdam. Na eenige voorbereiding gaf hij uit de Geschiedkundige beschrijving der stad Rotterdam en beknopt overzigt van het hoogheemraadschap van Schieland. Met platen en platte gronden. Eerste deel (Rott. 1832). Hij behandelde daarin, grootendeels puttende uit de belangrijke handschriften van Jacob Kortebrant, de opkomst, aanwas en vergrooting der stad, benevens de kerkelijke gebouwen en instellingen. Aan de voortzetting van dezen arbeid heeft van Reyn langen tijd gearbeid: een groot gedeelte van het tweede deel werd bewerkt en afgedrukt; het behelst de beschrijving van liefdadige
instellingen en een gedeelte van die der openbare burgerlijke gebouwen en omvat zestien vellen. Dit afgedrukte gedeelte komt in den handel voor; daarna zijn nog 20 bladzijden verschenen, handelende over de markten, terwijl het geheel besloten wordt door een register van persoons- en zaaknamen; een volledig exemplaar berust met het materiaal van van Reyn op het gemeente-archief te Rotterdam. Eindelijk gaf van Reyn nog Historische herinneringen naar aanleiding van het gedenkfeest van Nederlands bevrijding (Rott. 1863).
Hij was in 1822 gehuwd met Clara Cramer, die hem in 1854 ontviel.
Zie: G. Mees Azn. in Levensb. Lett. 1866, 145 vlg.; G. van Rijn, Van Reyn's Geschiedkundige beschrijving der stad Rotterdam in Rotterdamsch Jaarboekje 1896, 225 vlg.
Brugmans