hij aanvaardde dat 23 Sept. 1826 met een Oratio de archaeologiae cum artibus recentioribus conjunctione (L.B. 1826; ned. vert. door P.O. van der Chijs; Amst. 1827). Parallel met zijn academisch onderwijs liep Reuvens' wetenschappelijk onderzoek en de publicatie daarvan. Een van zijn eerste pogingen tot bevordering van zijn vak was zijn medewerking aan Westendorp's tijdschrift Antiquiteiten (Gron. 1820-26, dl. I-III: 1), waarin tal van studiën van zijn hand zijn te vinden. Ook in andere periodieken heeft hij veel gepubliceerd. De nadruk moet daarbij vooral worden gelegd op Reuvens' werkzaamheid ten opzichte van Arentsburg, waar de grondslagen van een Romeinsche vestiging werden blootgelegd. In 1826 werd Arentsburg door het Rijk aangekocht en het onderzoek aan Reuvens opgedragen. Van 1827 tot 1829 werd geregeld op Arentsburg gegraven; zeer veel belangrijks werd gevonden, waarmede het Leidsche museum werd verrijkt. Het resultaat van het onderzoek deelde Reuvens mede in zijn Korte beschrijving en plan der Romeinsche bouwvallen, gevonden ter waarschijnlijke plaatse van het Forum Hadriani op de hofstede Arentsburg onder Voorburg bij 's Gravenhage ('s Grav. 1830; ook in Fr. vert.). Ook daarna werd het onderzoek door Reuvens voortgezet; maar de tijdsomstandigheden beletten de verdere opgravingen en in 1834 werd Arentsburg door het Rijk verkocht. Reuvens' laatste arbeid was de verwerving der Egyptische oudheden van Anastasi voor het Leidsche museum; vooral de papyrusrollen waren zeer belangrijk en trokken sterk zijn aandacht. Hij heeft de resultaten van zijn onderzoek verwerkt in de Lettres à M. Letronne.... sur les papyrus bilingues et grecs et sur quelques autres monumens gréco-égyptiens
du Musée d' Antiquités de l'Université de Leide (Leide 1830, 4o; m. atlas in fol.). Daarna bleef hij werken en onderzoeken, tot zijn plotselinge dood alle verwachtingen teleurstelde. Reuvens was de grondlegger der moderne archaeologie in Nederland. Zijn uitgebreide kennis en deugdelijke methode, zijn groote scherpzinnigheid en snelle beslistheid, zijn organiseerend talent en gemakkelijke omgang maakten hem zeer geschikt voor de taak, die voor hem was weggelegd. Reuvens huwde 1822 te Leiden met Louise Sophie Blussé (zie kol. 168), die hem overleefde.
Zijn portret is gelithografeerd door T. Hooiberg en door L. Springer.
Zie: Siegenbeek, Gesch. der Leidsche hoogeschool II, 122 vlg.; Alg. Konst- en Letterbode 1835, II, 99 vlg., 115 vlg., 131 vlg.; Hand. Lett. 1836, 13 vlg. en de daar aangehaalde bronnen; Minerva 1835, II, 11 vlg.
Brugmans