[Retgers, Jan Willem]
RETGERS (Jan Willem), geb. te Batavia 20 Oct. 1856, overl. te Utrecht 9 Aug. 1896. Zijn jeugdonderwijs ontving hij van zijn vader, die te Soerabaja hoofd van een school en later inspecteur van het lager onderwijs in Nederl. Indië was. In 1869 vertrok hij met zijn moeder naar Nederland, bezocht de Hoogere burgerschool te Amsterdam van 1869 tot 1874 en studeerde van 1874-1880 aan de Polytechnische school te Delft voor mijningenieur. In den cursus 1878-79 werkte hij aan de Bergakademie te Clausthal, waar hij reeds in 1875 zijn vacantie had doorgebracht, daarna in de mijnen te Kerkrade, terwijl hij in 1880-81, na zijn eindexamen te Delft, een geologische reis in België, Duitschland en Italië maakte. In staatsdienst vertrok hij 18 Dec. 1881 naar Java, waar hij, toegevoegd aan den hoofdingenieur Verbeek, aan de geologische exploratie van dat eiland deelnam (April 1882 tot Juni 1886). Aangetast door asthma, was hij gedwongen zijn werkzaamheden voornamelijk tot die in het laboratorium te beperken, waar hij o.a. de vulkanische asch van Krakatau onderzocht. Na korten tijd naar Semarang te zijn overgeplaatst, verkreeg hij in 1887 ziekteverlof, op 27 Aug. 1890 gevolgd door ontslag uit den staatsdienst.
Begin 1888 begaf hij zich naar Leipzig ter beoefening der mineralogie en physische chemie. Hij verkreeg daar den doctorstitel op een dissertatie over het soortelijk gewicht van isomorphe mengsels. Teruggekeerd in den Haag, woonde hij daar tot zijn dood samen met zijn moeder, die hem slechts enkele maanden overleefde. Hij verrichtte daar zijn bekende fraaie onderzoekingen in een eenvoudig laboratorium, dat hij in zijn woning had ingericht. Zijn prikkelbaarheid en melancholie weerhielden hem met anderen om te gaan, ook met vakgenooten; slechts met enkelen onderhield hij briefwisseling. Zijn benoeming tot lid der Kon. Akad. van Wetenschappen nam hij niet aan.
Zijn voornaamste onderzoekingen liggen op het gebied der isomorphie en zijn tusschen 1889 en 1896 verricht; zijn twaalfde verhandeling over dat onderwerp, omvattende zijn 33- en 34ste bijdrage tot de kennis der isomorphie, verscheen in het jaar van zijn overlijden, evenals alle vorige in de Zeitschrift fur physikalische Chemie. Een overzicht van zijn werk is te vinden in de door W. Stortenbeker gepubliceerde biografie in