Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4
(1918)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 1143]
| |
is hij bekend geworden als maire van Dordrecht gedurende den tijd der inlijving bij Frankrijk, toen hij met den nood der bevolking begaan, alle krachten inspande, om het juk zoo draaglijk mogelijk te maken, wat hem in verdenking bracht bij den prefect de Stassart. Hij werd evenwel 19 Oct. 1813 opnieuw plechtig geïnstalleerd. Bij de omwenteling werd hij lid van het Tusschenbestuur, waarvan zijn broeder Johan (kol. 1141) president was. Na de omwenteling vindt men hem als lid der Provinciale Staten, van den Gemeenteraad van Dordrecht, burgemeester 1815-24 en wethouder 1824-44. Evenals zijn broeder werd hij in 1816 in den adelstand verheven. Hij was gehuwd 1e 16 Dec. 1793 met Cornelia Arnoldina Repelaer, overl. 28 April 1814; 2e 17 Juni 1818 met Rynardina Maria Elisabeth Meurs, overl. 15 Nov. 1833. Uit het 1e huwelijk sproten 6 dochters en 1 zoon, die 23 Nov. 1862 ongehuwd overleed. Zie: De Geschiedenis der Novemberdagen 1813 in Dordrecht en omstreken door J.L. van Dalen, 5, 22-25; D.G. van Epen, Het Geslacht Repelaer, 31. Koolemans Beijnen, Gedenkboek 1813, III, Register. van Dalen |
|