[Repelaer, Mr. Jonas Andries]
REPELAER (Mr. Jonas Andries), geb. te Dordrecht 23 Maart 1733, overl. aldaar 11 Febr. 1800, was de zoon van Antony Repelaer en Geertruyd van Wesel. Hij was Hoogheemraad van de Alblasserwaard, Veertig van Dordrecht, Mansman in den Hove en Hooge Vierschaar van Zuid-Holland en Adviesmeester op de Zeehavens. Voorts beoefende hij zoowel de schilder- als de dichtkunst. Van zijn gedichten noemen wij: Eenige verzen in de Proeven van Poëtische Mengelstoffen van het Haagsch Genootschap Kunstlief de Spaart geen Vlijt; De Uitzigten van Hoop, die het Vaderland tegenwoordig heeft; Den Leden van het Dordrechts Departement des Oeconomischen Taks van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen te Haarlem, voorgelezen ter gelegenheid zijner tweede verkiezing tot Dirigeerend Lid op den 13den van Grasmaand 1782 (Dordr. z.j.); Het Vaderland in 't begin des jaars 1793; Aan den hoogeerwaardigen heere Petrus Brouwer Bz. na de herstellinge uit eene zorglijke zwakheid, 1790; Gedachten bij de uitvaart van mijnen Hoogst gceërden en Tederbeminden oom den Wel Ed: Gestrengen Heere Andries de Jongh, Oudburgemeester der stad Dordrecht en aldaar in den ouderdom van 91 jaaren 5 maanden en 26 dagen overleden op den 12e. van Louwmaand 1779 (4o.); Bijschriften op de Geboorte, Besnijdenis, het Lijden, den Dood, de Begraving, Opstanding en Hemelvaart van den Zaligmaker Jezus Kristus, alsmede op de Uitstorting van den Heiligen Geest; naer het overeenstemmend verhaal der Evangelisten volgens de Predikorde bij de Hervormde Gemeente te Dordrecht in gebruik (Dordr. 1777); Bijschriften op den Heidelbergschen Katechismus (Dordr.
1778). Na zijn dood werden door Pieter van Braam uitgegeven: Stichtelijke Zededichten (Dordr. 1801). met levensbericht en portret door A. Zürcher, waarschijnlijk naar de silhouette, geteekend door M. Schouman.
Hij was 28 Jan. 1798 gehuwd met Johanna Wilhelmina Rees, overl. 18 April 1832, uit welk huwelijk geen kinderen sproten.
Zijn door een onbekende geschilderd portret berust bij Douairière Repelaer van Spijkenisse, huize Dordwijk bij Dordrecht.
Repelaer wordt geroemd als een bescheiden, vroom en kunstlievend man. Zijn zinspreuk was ‘In Amorem Religionis’. Zijn verzamelingen werden in 1833 te Dordrecht publiek verkocht.
Zie: Cat. der Bibl. der Gem. Dordrecht; D.G. van Epen, Het Geslacht Repelaer, 21-24.
van Dalen